ECLI:NL:HR:2012:BX5166
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- B.C. de Savornin Lohman
- N. Jörg
- Rechtspraak.nl
Cassatie over de bewezenverklaring van diefstal met geweld en de betrouwbaarheid van bewijsmiddelen
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 2 oktober 2012 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam. De verdachte was veroordeeld voor diefstal met geweld, gepleegd op 2 februari 2010 te Haarlem. De verdachte had een laptop en diverse bankbiljetten weggenomen uit een woning, waarbij hij geweld had gebruikt tegen een medebewoner. De verdachte stelde dat hij niet de intentie had om geweld te gebruiken en dat zijn handelen voortkwam uit zelfverdediging, aangezien hij werd aangevallen met een paraplu. Het Gerechtshof had echter geoordeeld dat de verklaring van de medebewoner betrouwbaar was, mede op basis van de geconstateerde zwelling van diens bovenlip.
De Hoge Raad herhaalde in zijn uitspraak eerdere rechtspraak over de eisen die aan de rechter worden gesteld bij de beoordeling van de betrouwbaarheid van bewijsmiddelen. De Hoge Raad oordeelde dat het middel van de verdachte, dat zich richtte tegen de betrouwbaarheid van de verklaring van de medebewoner, niet kon leiden tot cassatie. De Hoge Raad concludeerde dat de argumenten van de verdachte niet voldoende waren om de bewezenverklaring te ondermijnen. De uitspraak van het Gerechtshof werd bevestigd, en het beroep in cassatie werd verworpen.
De zaak benadrukt het belang van de rechterlijke beoordeling van getuigenverklaringen en de noodzaak om bij de bewijsvoering zorgvuldig om te gaan met feiten en omstandigheden die relevant zijn voor de bewezenverklaring. De Hoge Raad stelde dat de rechter bij de verwerping van verweren inzake de betrouwbaarheid van bewijsmateriaal niet verplicht is om nieuwe feiten of omstandigheden aan te voeren, zolang de bestaande bewijsmiddelen voldoende zijn om tot een veroordeling te komen.