ECLI:NL:HR:2012:BX5558
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- Y. Buruma
- N. Jörg
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen arrest Gerechtshof Amsterdam inzake strafzaak
Op 9 oktober 2012 heeft de Hoge Raad der Nederlanden uitspraak gedaan in een cassatiezaak met nummer 11/03309. Het beroep in cassatie was ingesteld door de verdachte, die ten tijde van de betekening van de aanzegging gedetineerd was in de Penitentiaire Inrichting 'Veenhuizen, locatie Norgerhaven'. De zaak betrof een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam, dat op 28 juni 2011 had geoordeeld in de strafzaak tegen de verdachte. De verdediging werd vertegenwoordigd door mr. W. Hendrickx, advocaat te Utrecht, die middelen van cassatie had voorgesteld. De Advocaat-Generaal, Hofstee, concludeerde tot verwerping van het beroep.
De Hoge Raad heeft de middelen beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet tot cassatie konden leiden. Volgens artikel 81, eerste lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie (RO) was er geen noodzaak voor nadere motivering, aangezien de middelen niet leidden tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Dit betekent dat de Hoge Raad de eerdere uitspraak van het Gerechtshof heeft bevestigd.
De uitspraak is gedaan door vice-president A.J.A. van Dorst, samen met de raadsheren Y. Buruma en N. Jörg, en werd uitgesproken in aanwezigheid van de waarnemend griffier E. Schnetz. De beslissing om het beroep te verwerpen werd op dezelfde datum, 9 oktober 2012, bekendgemaakt.