ECLI:NL:HR:2012:BX5559
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- Y. Buruma
- N. Jörg
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen arrest Gerechtshof Amsterdam in strafzaak
Op 9 oktober 2012 heeft de Hoge Raad der Nederlanden uitspraak gedaan in een cassatiezaak met nummer 11/03317. Het beroep in cassatie was ingesteld door de verdachte tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam, dat op 28 juni 2011 had geoordeeld in de strafzaak met nummer 21/004224-10. De verdachte, geboren in 1989, had zijn beroep ingesteld via zijn advocaten, mr. A.S. ten Doesschate en mr. H.J. Voors, beiden werkzaam in Zwolle. In de schriftelijke middelen van cassatie die door hen zijn voorgesteld, werd getracht de beslissing van het Gerechtshof aan te vechten.
De Advocaat-Generaal, de heer Hofstee, heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft vervolgens de middelen beoordeeld en vastgesteld dat deze niet tot cassatie konden leiden. De Hoge Raad oordeelde dat, gezien artikel 81, eerste lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie (RO), er geen nadere motivering nodig was, omdat de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen, wat betekent dat de uitspraak van het Gerechtshof in stand blijft. Dit arrest is uitgesproken door vice-president A.J.A. van Dorst, samen met de raadsheren Y. Buruma en N. Jörg, in aanwezigheid van de waarnemend griffier E. Schnetz.