Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 14 september 2012 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van X, wonende te Z, tegen een eerdere uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam. De zaak betreft navorderingsaanslagen in de vermogensbelasting en een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen. De uitspraak van het Gerechtshof, gedateerd 20 oktober 2011, had betrekking op de beoordeling van deze aanslagen en de daarbij gegeven beschikkingen inzake verhogingen en boetes, alsook de beschikkingen inzake heffingsrente. De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie afgedaan met toepassing van artikel 81 RO, wat betekent dat de Hoge Raad de zaak zonder verdere behandeling heeft afgedaan. Dit kan duiden op een afwijzing van het cassatieberoep, maar de exacte inhoud van de uitspraak is niet verder toegelicht in de beschikbare documentatie. De uitspraak is van belang voor de rechtspraktijk, vooral in het kader van belastingrecht en bestuursrecht, en biedt inzicht in de toepassing van de wetgeving rondom navorderingsaanslagen en de bijbehorende procedures.