ECLI:NL:HR:2012:BX7886
Hoge Raad
- Cassatie
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- C.E. Drion
- G. Snijders
- J.C. van Oven
- Rechtspraak.nl
Cassatie over recht op pleidooi in hoofdzaak en incident op basis van art. 843a Rv
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 16 november 2012 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure waarbij de eiser, vertegenwoordigd door advocaat mr. H.H.M. Meijroos, in beroep ging tegen een arrest van het gerechtshof te Amsterdam. De zaak betreft een incident dat door de eiser was geopend op basis van artikel 843a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). De Hoge Raad verwijst naar eerdere uitspraken in de feitelijke instanties, waaronder een vonnis van de kantonrechter te Utrecht en een arrest van het gerechtshof. De eiser had beroep in cassatie ingesteld tegen het arrest van het hof, dat in de hoofdzaak het vonnis van de kantonrechter had vernietigd en de vordering van de Gemeente had toegewezen.
De Hoge Raad oordeelt dat het hof niet bevoegd was om in de hoofdzaak uitspraak te doen, aangezien partijen uitsluitend arrest hadden gevraagd in het incident. De rolraadsheer had de zaak enkel aangehouden voor arrest in het incident, waardoor het hof de partijen eerst de gelegenheid had moeten geven om zich uit te laten over de vraag of zij pleidooi wensten. Dit recht op pleidooi is vastgelegd in artikel 134 Rv in verbinding met artikel 353 lid 1 Rv. De Hoge Raad vernietigt daarom het arrest van het gerechtshof en verwijst de zaak ter verdere behandeling naar het gerechtshof te 's-Gravenhage. Tevens wordt de Gemeente veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van de eiser zijn begroot op € 465,99 aan verschotten en € 2.600,-- voor salaris.