ECLI:NL:HR:2012:BX8160
Hoge Raad
- Herziening
- A.J.A. van Dorst
- J.P. Balkema
- J.W. Ilsink
- Rechtspraak.nl
Herziening van een vonnis inzake verduistering door de Rechtbank Rotterdam
Op 25 september 2012 heeft de Hoge Raad der Nederlanden uitspraak gedaan in de zaak met nummer 12/03043 H, waarin een aanvrage tot herziening werd behandeld. De aanvrager, geboren in 1978 en thans gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting 'Krimpen aan den IJssel', had verzocht om herziening van een eerder vonnis van de Rechtbank Rotterdam, dat op 29 januari 2008 was uitgesproken. De Rechtbank had de aanvrager veroordeeld voor 'verduistering, meermalen gepleegd', tot een gevangenisstraf van zes maanden.
De Hoge Raad heeft de aanvrage tot herziening beoordeeld aan de hand van de relevante artikelen uit het Wetboek van Strafvordering, met name art. 457 en 459 Sv. De Hoge Raad oordeelde dat voor een herziening slechts grondslagen kunnen dienen die zijn gestaafd met bewijsmiddelen en die niet eerder aan de orde zijn gekomen tijdens het oorspronkelijke proces. De aanvrage bevatte echter geen nieuwe feiten of omstandigheden die een herziening konden rechtvaardigen.
De Hoge Raad concludeerde dat de aanvrage niet voldeed aan de vereisten zoals gesteld in de wet en verklaarde de aanvrage tot herziening niet-ontvankelijk. Dit betekent dat de eerdere veroordeling van de Rechtbank Rotterdam in stand blijft en de aanvrager niet in aanmerking komt voor herziening van het vonnis.