ECLI:NL:HR:2012:BX8162
Hoge Raad
- Herziening
- A.J.A. van Dorst
- J.P. Balkema
- J.W. Ilsink
- Rechtspraak.nl
Herziening aanvragen tot herziening van rechterlijke uitspraken in strafzaken
Op 25 september 2012 heeft de Hoge Raad der Nederlanden uitspraak gedaan in de zaak met nummer 11/02465 H, waarin aanvragen tot herziening zijn behandeld. De aanvragen zijn ingediend door een aanvrager, geboren in 1968, die woont in [woonplaats]. De aanvragen tot herziening zijn aan het arrest gehecht en maken daarvan deel uit. De Hoge Raad heeft de aanvragen beoordeeld aan de hand van artikel 457 van het Wetboek van Strafvordering (Sv). Dit artikel stelt dat herziening slechts mogelijk is op basis van nieuwe feiten of omstandigheden die niet eerder aan de orde zijn gekomen en die een ernstig vermoeden wekken dat, indien deze feiten bekend waren geweest, het onderzoek tot een andere uitkomst zou hebben geleid, zoals vrijspraak of ontslag van rechtsvervolging.
In eerdere arresten heeft de Hoge Raad al aanvragen tot herziening van de in de aanvragen genoemde rechterlijke uitspraken afgewezen of niet-ontvankelijk verklaard. De Hoge Raad oordeelt dat de huidige aanvragen steunen op dezelfde gronden als in die eerdere arresten, die als ongenoegzaam zijn beoordeeld. Hierdoor kunnen de aanvragen niet worden ontvangen. De Hoge Raad concludeert dat de aangevoerde omstandigheden niet voldoen aan de vereisten van artikel 457, eerste lid, aanhef en onder 2º, Sv, en verklaart de aanvragen tot herziening niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak benadrukt het belang van nieuwe en relevante feiten voor het indienen van een herzieningsverzoek. De Hoge Raad bevestigt hiermee zijn eerdere uitspraken en de strikte eisen die aan herziening worden gesteld.