ECLI:NL:HR:2012:BX9493
Hoge Raad
- Herziening
- A.J.A. van Dorst
- J.P. Balkema
- J.W. Ilsink
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag tot herziening van een vonnis inzake bedreiging met zware mishandeling
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 9 oktober 2012 uitspraak gedaan over een aanvraag tot herziening van een eerder vonnis van de Rechtbank Utrecht. De aanvrager was veroordeeld tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders voor de duur van twee jaren wegens bedreiging met zware mishandeling. De aanvraag tot herziening werd ingediend door de aanvrager, geboren in 1969, die stelde dat er nieuwe feiten waren die niet bekend waren tijdens de eerdere rechtszitting. De Hoge Raad heeft de aanvraag beoordeeld aan de hand van artikel 457 van het Wetboek van Strafvordering, dat bepaalt onder welke voorwaarden herziening mogelijk is.
De Hoge Raad oordeelde dat de aanvrager in zijn aanvraag niets heeft aangevoerd dat niet al bekend was tijdens de eerdere zitting. De argumenten die de aanvrager naar voren bracht, zoals het ontbreken van getuigen en de ongeloofwaardigheid van een getuigenverklaring, waren reeds eerder door de aanvrager zelf genoemd tijdens de rechtszitting op 5 september 2011. De Hoge Raad concludeerde dat de aanvraag tot herziening niet voldeed aan de vereisten van artikel 457 Sv, omdat er geen nieuwe, relevante informatie was die het onderzoek zou hebben beïnvloed.
Uiteindelijk heeft de Hoge Raad de aanvraag tot herziening afgewezen, waarmee de eerdere veroordeling van de Rechtbank Utrecht in stand bleef. Dit arrest benadrukt het belang van nieuwe, niet eerder bekende feiten voor een succesvolle aanvraag tot herziening in het strafrecht.