In deze zaak heeft de Hoge Raad op 12 oktober 2012 uitspraak gedaan in een cassatieberoep van X, gevestigd te Z, tegen een eerdere uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem. De zaak betreft beschikkingen die zijn genomen op grond van de Wet waardering onroerende zaken, evenals de daaruit voortvloeiende aanslagen in de onroerendezaakbelastingen. De uitspraak van het Gerechtshof, gedateerd 6 december 2011, had betrekking op de nummers 10/00135, 10/00184 en 10/00227. De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie afgedaan met toepassing van artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie (RO).