ECLI:NL:HR:2012:BY0244

Hoge Raad

Datum uitspraak
20 november 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
11/02167
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie tegen arrest Gerechtshof Arnhem in strafzaak

In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Arnhem, dat op 8 april 2011 uitspraak deed in de strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1970. Het beroep is ingesteld door de verdachte zelf, vertegenwoordigd door mr. W.J. Ausma, advocaat te Utrecht. De advocaat heeft bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld, dat aan het arrest is gehecht en daar deel van uitmaakt. De Advocaat-Generaal, Hofstee, heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

De Hoge Raad der Nederlanden heeft de zaak beoordeeld en vastgesteld dat het middel niet kan leiden tot cassatie. Volgens artikel 81, eerste lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie (RO) behoeft dit geen nadere motivering, omdat het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Dit betekent dat de Hoge Raad van mening is dat de aangevoerde gronden niet voldoende zijn om het eerdere oordeel van het Gerechtshof te Arnhem te herzien.

Op 20 november 2012 heeft de Hoge Raad het arrest uitgesproken, waarbij de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter fungeerde, samen met de raadsheren N. Jörg en V. van den Brink. De waarnemend griffier E. Schnetz was ook aanwezig bij de uitspraak. De Hoge Raad heeft het beroep van de verdachte verworpen, waarmee het eerdere oordeel van het Gerechtshof in stand blijft.

Uitspraak

20 november 2012
Strafkamer
nr. S 11/02167
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Arnhem van 8 april 2011, nummer 21/004996-09, in de strafzaak tegen:
[Verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1970.
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. W.J. Ausma, advocaat te Utrecht, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal Hofstee heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
2. Beoordeling van het middel
Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren N. Jörg en V. van den Brink, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken op 20 november 2012.