ECLI:NL:HR:2012:BY0248
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- N. Jörg
- V. van den Brink
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen arrest Gerechtshof Arnhem in strafzaak
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te Arnhem, dat op 8 april 2011 is gewezen in de strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1962. De verdachte heeft het beroep ingesteld, vertegenwoordigd door mr. B.P.J. van Riel, advocaat te Arnhem. In de schriftuur zijn middelen van cassatie voorgesteld, die aan het arrest zijn gehecht. De Advocaat-Generaal, Hofstee, heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De Hoge Raad der Nederlanden heeft op 20 november 2012 uitspraak gedaan. De beoordeling van de middelen heeft plaatsgevonden, waarbij is vastgesteld dat de middelen niet tot cassatie kunnen leiden. Dit is in overeenstemming met artikel 81, eerste lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie (RO), dat stelt dat geen nadere motivering vereist is wanneer de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen. Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, samen met de raadsheren N. Jörg en V. van den Brink, en is uitgesproken in aanwezigheid van de waarnemend griffier E. Schnetz.