ECLI:NL:HR:2012:BY0791

Hoge Raad

Datum uitspraak
23 oktober 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
12/02575 H
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Herziening
Rechters
  • A.J.A. van Dorst
  • J.P. Balkema
  • J.W. Ilsink
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herziening van een vonnis van de Politierechter inzake ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel

Op 23 oktober 2012 heeft de Hoge Raad der Nederlanden uitspraak gedaan in een zaak betreffende een aanvraag tot herziening van een vonnis van de Politierechter in de Rechtbank Rotterdam. Het vonnis, dat dateert van 2 maart 2001, legde de aanvrager de verplichting op om een bedrag van € 9.450,- te voldoen aan de Staat ter zake van ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel. De aanvraag tot herziening werd ingediend door mr. R.W. de Gruijl, advocaat te Rotterdam, namens de aanvrager, geboren in 1972.

De Hoge Raad heeft de aanvraag tot herziening beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet kan leiden tot herziening. De reden hiervoor is dat de oplegging van een ontnemingsmaatregel niet kan worden aangemerkt als een uitspraak houdende veroordeling in de zin van artikel 457, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering. Hierdoor kan de aanvraag niet worden ontvangen.

In de uitspraak verklaart de Hoge Raad de aanvraag niet-ontvankelijk. Dit betekent dat de aanvrager niet in zijn verzoek wordt ontvangen en de eerdere beslissing van de Politierechter in stand blijft. De uitspraak is gedaan door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, met de raadsheren J.P. Balkema en J.W. Ilsink, en is uitgesproken in aanwezigheid van de waarnemend griffier E. Schnetz.

Uitspraak

23 oktober 2012
Strafkamer
nr. S 12/02575 H
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op een aanvraag tot herziening van een in kracht van gewijsde gegaan vonnis van de Politierechter in de Rechtbank Rotterdam van 2 maart 2001, nummer 10/022882-98, ingediend door mr. R.W. de Gruijl, advocaat te Rotterdam, namens:
[Aanvrager], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1972.
1. De uitspraak waarvan herziening is gevraagd
De Politierechter heeft bij vonnis van 2 maart 2001 de aanvrager de verplichting opgelegd om ter zake van ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel aan de Staat te voldoen een bedrag van € 9.450,-.
2. De aanvraag tot herziening
De aanvraag tot herziening is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
3. Beoordeling van de aanvraag
De aanvraag zal niet tot herziening kunnen leiden, reeds omdat de oplegging van een ontnemingsmaatregel niet is een uitspraak houdende veroordeling in de zin van art. 457, eerste lid, Sv. De aanvraag kan derhalve niet worden ontvangen.
4. Beslissing
De Hoge Raad verklaart de aanvraag niet-ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren J.P. Balkema en J.W. Ilsink, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken op 23 oktober 2012.
Mr. Balkema en mr. Ilsink zijn buiten staat dit arrest te ondertekenen.