ECLI:NL:HR:2012:BY1217
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Afwijzing getuigenverzoek en falende bewijsklacht in cassatie tegen arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 27 november 2012 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage. De verdachte, geboren in 1979, was in hoger beroep veroordeeld voor een inbraak in een woning te Berkel en Rodenrijs. De verdachte had cassatie ingesteld, waarbij mr. D.E. Wiersum als advocaat optrad. De Advocaat-Generaal Aben concludeerde tot vernietiging van de bestreden uitspraak, maar alleen voor wat betreft de beslissingen over de tenlastelegging en de strafoplegging, en vroeg om terugwijzing naar het Hof voor herbehandeling.
De Hoge Raad beoordeelde twee belangrijke punten: de afwijzing van het verzoek om getuigen te horen en de bewijsklacht. Het Hof had het verzoek van de verdediging om de aangever van de inbraak te horen afgewezen, omdat het Hof van mening was dat de verdachte niet in zijn verdediging werd geschaad door het ontbreken van dit verhoor. De Hoge Raad oordeelde dat het Hof dit verzoek toereikend had gemotiveerd, gezien de omstandigheden van de zaak en de reeds beschikbare bewijsstukken.
Daarnaast werd de bewezenverklaring van het onder 7 tenlastegelegde door het Hof getoetst. De Hoge Raad concludeerde dat het Hof de bewezenverklaring op juiste wijze had onderbouwd met de beschikbare bewijsmiddelen. De overige middelen van cassatie werden verworpen, omdat deze niet leidden tot een schending van het recht of tot een andere beslissing. De Hoge Raad verwierp uiteindelijk het beroep en bevestigde de uitspraak van het Hof.