ECLI:NL:HR:2012:BY1575
Hoge Raad
- Herziening
- A.J.A. van Dorst
- J.P. Balkema
- J.W. Ilsink
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag tot herziening van een arrest inzake belaging
Op 30 oktober 2012 heeft de Hoge Raad der Nederlanden uitspraak gedaan in de zaak met nummer 12/02643 H, waarin een aanvraag tot herziening werd behandeld. De aanvraag was gericht tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam, dat op 27 februari 2009 was gewezen. In dat arrest was de aanvraagster schuldig verklaard aan belaging van [betrokkene 1], zonder oplegging van straf of maatregel. De aanvraagster verzocht om herziening van dit arrest, met als argument dat [betrokkene 1] tijdens het proces niet had aangegeven dat hij werkzaam was als politiefunctionaris en dat hij ook een toneelspeler was.
De Hoge Raad overwoog dat voor een herziening slechts grond kan zijn een nieuw gegeven dat niet bekend was tijdens de terechtzitting en dat een ernstig vermoeden wekt dat, indien dit gegeven bekend was geweest, het onderzoek tot een andere uitkomst zou hebben geleid. De Hoge Raad concludeerde dat de argumenten van de aanvraagster niet voldoende waren om een ernstig vermoeden te wekken dat het onderzoek anders had kunnen verlopen.
Daarom werd de aanvraag tot herziening afgewezen, omdat deze kennelijk ongegrond was. De uitspraak werd gedaan door vice-president A.J.A. van Dorst, bijgestaan door raadsheren J.P. Balkema en J.W. Ilsink, en werd uitgesproken in aanwezigheid van de waarnemend griffier E. Schnetz.