ECLI:NL:HR:2012:BY1966
Hoge Raad
- Cassatie
- Hoge Raad der Nederlanden
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep in cassatie inzake aanslag inkomstenbelasting en vergrijpboete
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 2 november 2012 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van X, gevestigd te Z, tegen een eerdere uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam. Het Gerechtshof had op 19 april 2012 uitspraak gedaan in de zaak met nummer 09/00811, waarin het ging om een aan belanghebbende opgelegde aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen voor het jaar 2004, alsook een vergrijpboete. De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie niet-ontvankelijk verklaard, wat betekent dat de Hoge Raad niet ingaat op de inhoudelijke bezwaren van de belanghebbende tegen de uitspraak van het Gerechtshof. De beslissing van de Hoge Raad is van belang voor de rechtspraktijk, omdat het de grenzen van de ontvankelijkheid in cassatie verduidelijkt. De uitspraak benadrukt dat niet alle beroepen in cassatie automatisch worden behandeld, en dat er strikte eisen zijn waaraan voldaan moet worden om ontvankelijk te zijn. Deze uitspraak heeft implicaties voor toekomstige zaken waarin partijen in cassatie willen gaan tegen uitspraken van lagere rechters, vooral in belastingzaken.