ECLI:NL:HR:2012:BY2325
Hoge Raad
- Herziening
- A.J.A. van Dorst
- J.P. Balkema
- J.W. Ilsink
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag tot herziening van een arrest inzake Opiumwet
Op 6 november 2012 heeft de Hoge Raad der Nederlanden uitspraak gedaan in de zaak met nummer 12/01447 H, waarin een aanvraag tot herziening werd behandeld. De aanvraagster, vertegenwoordigd door mr. A.W. Syrier, had verzocht om herziening van een eerder arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 12 juli 2007, waarin zij was veroordeeld tot zes maanden hechtenis voor het medeplegen van handelen in strijd met de Opiumwet. De Hoge Raad oordeelde dat de aanvraag tot herziening ongegrond was.
In de beoordeling van de aanvraag werd aangevoerd dat de aanvraagster was veroordeeld voor het medeplegen van een strafbaar feit, terwijl haar mededader in een andere zaak was vrijgesproken van het meer of anders tenlastegelegde. De Hoge Raad stelde vast dat de aanvraagster ten onrechte veronderstelde dat de bewezenverklaring in de ene zaak de bewezenverklaring in de andere zaak uitsloot. Dit leidde tot de conclusie dat er geen sprake was van tegenstrijdige bewezenverklaringen zoals bedoeld in artikel 457, eerste lid aanhef en onder a, van het Wetboek van Strafvordering.
Daarom heeft de Hoge Raad de aanvraag tot herziening afgewezen, waarmee de eerdere veroordeling van de aanvraagster in stand bleef. De uitspraak werd gedaan door vice-president A.J.A. van Dorst, met medewerking van de raadsheren J.P. Balkema en J.W. Ilsink, en werd uitgesproken in aanwezigheid van de waarnemend griffier E. Schnetz.