ECLI:NL:HR:2012:BY2327
Hoge Raad
- Herziening
- A.J.A. van Dorst
- J.P. Balkema
- J.W. Ilsink
- Rechtspraak.nl
Herziening van een vonnis inzake overtreding van de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen
Op 6 november 2012 heeft de Hoge Raad der Nederlanden uitspraak gedaan in een herzieningszaak met nummer 12/02576 H. De zaak betreft een aanvraag tot herziening van een vonnis van de Rechtbank Haarlem, sector Kanton, dat op 28 juni 2011 was gewezen. De aanvrager, vertegenwoordigd door mr. K. Beishuizen, was eerder veroordeeld tot twee weken hechtenis en een ontzegging van de bevoegdheid om motorrijtuigen te besturen voor de duur van zes maanden wegens overtreding van artikel 30 lid 2 van de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen. De aanvrager had hoger beroep ingesteld tegen deze uitspraak, maar het Gerechtshof te Amsterdam verklaarde hem op 29 november 2011 niet-ontvankelijk in het hoger beroep.
In de aanvraag tot herziening werd aangevoerd dat de Kantonrechter, indien hij op de hoogte was geweest van drie veroordelingen in hoger beroep, een lagere straf zou hebben opgelegd. De Hoge Raad oordeelde echter dat de aanvraag niet kon leiden tot herziening. Volgens artikel 457, eerste lid aanhef en onder c van het Wetboek van Strafvordering moet onder "een minder zware strafbepaling" worden verstaan een strafbepaling die een minder zware straf bedreigt. Dit sluit de mogelijkheid uit dat de rechter een andere (minder zware) sanctie oplegt.
De Hoge Raad concludeerde dat de aanvraag kennelijk ongegrond was en wees deze af. De uitspraak benadrukt het belang van de voorwaarden waaronder herziening kan plaatsvinden en verduidelijkt de interpretatie van de term "minder zware strafbepaling" in het kader van het strafrecht.