ECLI:NL:HR:2012:BY3317
Hoge Raad
- Cassatie
- J.C. van Oven
- Rechtspraak.nl
Rolbeschikking inzake verzoek om pleidooi in cassatie met betrekking tot internationale zaak
In deze zaak heeft eiseres, vertegenwoordigd door mr. E.J. Kim-Meijer, verzocht om een pleidooi in cassatie na de schriftelijke toelichting van verweerder, mr. B.J. van Dorp. De zaak betreft een internationale kwestie waarbij eiseres van mening is dat een mondelinge toelichting noodzakelijk is vanwege de complexiteit van de zaak. Op de rolzitting van 2 november 2012 heeft mr. Kim-Meijer haar procesdossier ingediend, maar is zij niet verschenen om te repliceren. Verweerder heeft op die rolzitting zijn schriftelijke toelichting gegeven en verzocht om arrest. De rolraadsheer heeft de zaak aangehouden om partijen de gelegenheid te geven zich uit te laten over het verzoek van eiseres.
Verweerder heeft in een brief op 8 november 2012 laten weten niet in te stemmen met een mondelinge behandeling, aangezien de zaak al schriftelijk was toegelicht. Dit standpunt is op de rolzitting van 9 november herhaald. De rolraadsheer heeft op 16 november 2012 een beslissing aangekondigd over het verzoek van eiseres. De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat het wettelijk stelsel van rechtspleging in cassatie voorziet in schriftelijke of mondelinge toelichting, maar dat partijen niet kunnen afwijken van de gemaakte afspraken zonder goede redenen.
De Hoge Raad heeft geoordeeld dat het verzoek van eiseres om een pleidooidatum af te spreken, niet kan worden toegewezen. Dit is in strijd met de eisen van een goede procesorde, aangezien verweerder al schriftelijk had toegelicht en eiseres niet had gereageerd op de aangewezen rolzitting. De zaak is vervolgens verwezen voor dagbepaling conclusie Procureur-Generaal naar de rol van 14 december 2012. De beschikking is gegeven door raadsheer J.C. van Oven en openbaar uitgesproken op 16 november 2012.