Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 16 november 2012 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van X tegen een eerdere uitspraak van de Rechtbank te Utrecht. De Rechtbank had op 5 april 2012 uitspraak gedaan in de zaak met nummer SBR/10/2776, waarin X verzet had aangetekend tegen een eerdere beslissing over de ontvankelijkheid van zijn beroep. Dit beroep was ingesteld naar aanleiding van een beschikking op basis van de Wet waardering onroerende zaken en de daaropvolgende aanslag in de onroerendezaakbelastingen. De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie afgedaan met toepassing van artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie (RO). De uitspraak van de Hoge Raad is van belang voor de rechtspraktijk, omdat het inzicht biedt in de toepassing van de regels omtrent de ontvankelijkheid van beroepen in het bestuursrecht, specifiek in het kader van belastingzaken. De uitspraak verduidelijkt de voorwaarden waaronder een beroep ontvankelijk kan worden verklaard en biedt richtlijnen voor toekomstige zaken die vergelijkbare juridische vragen oproepen.