ECLI:NL:HR:2012:BY4669
Hoge Raad
- Cassatie
- A.H.T. Heisterkamp
- C.E. Drion
- G. Snijders
- J.C. van Oven
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid cassatieberoep wegens niet-tijdige betaling griffierecht
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 30 november 2012 uitspraak gedaan over de ontvankelijkheid van een cassatieberoep. De verzoeker had cassatie ingesteld tegen een beschikking van het gerechtshof te Amsterdam, maar had het griffierecht niet tijdig betaald. De Hoge Raad verwijst naar de relevante wetgeving, waarbij het griffierecht binnen vier weken na indiening van het verzoekschrift moet zijn voldaan. De verzoeker had het griffierecht pas op 27 juni 2012 betaald, terwijl de uiterste datum 22 juni 2012 was. De advocaat van de verzoeker voerde aan dat hij de nota pas op 26 juni 2012 had ontvangen en dat eerdere betaling zonder nota geen nut had gehad. Hij deed ook een beroep op de hardheidsclausule en stelde dat de niet-ontvankelijkheid als sanctie onevenredig zwaar was in verhouding tot het verzuim, in het licht van artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). De Hoge Raad oordeelde echter dat de advocaat geacht kon worden op de hoogte te zijn van de betalingstermijn en de gevolgen van een te late betaling. De Hoge Raad verklaarde de verzoeker niet-ontvankelijk in zijn beroep, omdat de niet-tijdige betaling van het griffierecht een directe schending van de wettelijke vereisten was. De beslissing werd genomen door de raadsheren A.H.T. Heisterkamp, C.E. Drion, G. Snijders, en werd openbaar uitgesproken door raadsheer J.C. van Oven.