ECLI:NL:HR:2012:BY5219

Hoge Raad

Datum uitspraak
18 december 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
11/00186
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie tegen arrest Gerechtshof Amsterdam inzake strafzaak

In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam, dat op 28 december 2010 uitspraak deed in een strafzaak. De verdachte, geboren in 1986, heeft het beroep ingesteld via zijn advocaat, mr. B.P.J. van Riel. De Advocaat-Generaal, Silvis, heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad, zittende op 18 december 2012, heeft het beroep in cassatie beoordeeld.

De Hoge Raad heeft vastgesteld dat het middel van cassatie niet kan leiden tot cassatie. Dit is in overeenstemming met artikel 81, eerste lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie (RO), dat bepaalt dat een nadere motivering niet nodig is wanneer het middel niet leidt tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen. Dit arrest is uitgesproken door de vice-president W.A.M. van Schendel, samen met de raadsheren W.F. Groos en Y. Buruma, in aanwezigheid van de waarnemend griffier A.C. ten Klooster. De uitspraak vond plaats op 18 december 2012.

Uitspraak

18 december 2012
Strafkamer
nr. S 11/00186
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam, zitting houdende te Arnhem, van 28 december 2010, nummer 21/004228-09, in de strafzaak tegen:
[Verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1986.
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld namens de verdachte. Namens deze heeft mr. B.P.J. van Riel, advocaat te Arnhem, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal Silvis heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
2. Beoordeling van het middel
Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, en de raadsheren W.F. Groos en Y. Buruma, in bijzijn van de waarnemend griffier A.C. ten Klooster, en uitgesproken op 18 december 2012.