ECLI:NL:HR:2012:BY5364
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- B.C. de Savornin Lohman
- V. van den Brink
- Rechtspraak.nl
Cassatie over rechtsgeldigheid betekening dagvaarding in hoger beroep
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te Arnhem, gewezen op 13 oktober 2011, waarbij de verdachte in hoger beroep niet is verschenen en verstek is verleend. De verdachte, geboren in 1974, heeft het cassatieberoep ingesteld via zijn advocaat dr. D.J.P.M. Vermunt. De kern van het cassatiemiddel betreft de rechtsgeldigheid van de betekening van de dagvaarding voor de terechtzitting in hoger beroep. De advocaat-generaal Silvis heeft geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest en terugwijzing naar het Gerechtshof te Arnhem.
De Hoge Raad heeft de stukken van de zaak beoordeeld, waaronder een akte van uitreiking van de dagvaarding, die op 19 september 2011 aan de griffier van de Rechtbank Arnhem is uitgereikt, omdat de verdachte geen woon- of verblijfplaats in Nederland bekend was. Daarnaast is er een ID-staat van 12 oktober 2011 die bevestigt dat de verdachte op dat moment niet gedetineerd was en niet in het GBA was ingeschreven. De Hoge Raad oordeelt dat het Gerechtshof niet onterecht heeft geoordeeld dat de dagvaarding rechtsgeldig was betekend.
De Hoge Raad verwerpt het beroep en oordeelt dat het Hof niet gehouden was tot nadere motivering van zijn oordeel over de geldigheid van de dagvaarding. De klacht van de verdachte faalt, en de Hoge Raad concludeert dat het middel niet tot cassatie kan leiden. Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren B.C. de Savornin Lohman en V. van den Brink, en is uitgesproken op 18 december 2012.