ECLI:NL:HR:2012:BY6520
Hoge Raad
- Herziening
- A.J.A. van Dorst
- J.P. Balkema
- J.W. Ilsink
- Rechtspraak.nl
Herziening van een verzoek tot wraking in strafrechtelijke procedure
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 18 december 2012 uitspraak gedaan over een aanvraag tot herziening van een beslissing van het Gerechtshof te 's-Gravenhage. De aanvrager had op 7 mei 2012 een verzoek tot wraking ingediend tegen de leden van het Hof, die eerder een klaagschrift van de aanvrager hadden behandeld. Het Hof had de aanvrager echter niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek tot wraking. De aanvrager verzocht de Hoge Raad om herziening van deze beslissing.
De Hoge Raad oordeelde dat de beslissing van het Hof van 7 mei 2012 niet kan worden herzien, omdat deze beslissing geen uitspraak is die valt onder de herzieningsgronden van artikel 457, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering. De Hoge Raad benadrukte dat de beslissing van het Hof niet kan worden aangemerkt als een veroordeling in de zin van de wet, waardoor de aanvraag tot herziening niet-ontvankelijk is. Dit betekent dat de Hoge Raad de aanvraag niet in behandeling kan nemen, zoals ook is bepaald in artikel 465, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering.
De uitspraak van de Hoge Raad is gedaan door vice-president A.J.A. van Dorst, samen met de raadsheren J.P. Balkema en J.W. Ilsink, en is uitgesproken in aanwezigheid van de waarnemend griffier E. Schnetz. De beslissing bevestigt de eerdere uitspraak van het Gerechtshof en onderstreept de strikte voorwaarden waaronder herziening van een uitspraak kan plaatsvinden.