ECLI:NL:HR:2013:1085

Hoge Raad

Datum uitspraak
1 november 2013
Publicatiedatum
1 november 2013
Zaaknummer
13/01492
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzekeringsrecht en vervalbeding in polis: E.ON tegen Allianz Nederland en Electrorisk

In deze zaak heeft E.ON Benelux N.V. cassatie ingesteld tegen de uitspraken van de lagere rechters, waarbij de weigering van dekking door de verzekeraars Allianz Nederland Schadeverzekering N.V. en Electrorisk Verzekeringsmaatschappij N.V. werd bevestigd. De Hoge Raad verwijst naar eerdere uitspraken, waaronder een vonnis van de rechtbank Rotterdam en een arrest van het gerechtshof te 's-Gravenhage. De kern van het geschil betreft de toepassing van een vervalbeding in de verzekeringspolis en de vraag wanneer de vordering op de verzekeraar opeisbaar is. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten van E.ON niet tot cassatie kunnen leiden, omdat deze niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad verwerpt het beroep en veroordeelt E.ON in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op een totaal van € 8.475,34. Dit arrest is gewezen door de vice-president en een aantal raadsheren, en openbaar uitgesproken door raadsheer M.A. Loth op 1 november 2013.

Uitspraak

1 november 2013
Eerste Kamer
nr. 13/01492
LZ/EE
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
E.ON BENELUX N.V.,
gevestigd te Rotterdam,
EISERES tot cassatie,
advocaat: mr. K. Teuben,
t e g e n
1. ALLIANZ NEDERLAND SCHADEVERZEKERING N.V.,
gevestigd te Rotterdam,
2. ELECTRORISK VERZEKERINGSMAATSCHAPPIJ N.V.,
gevestigd te Rotterdam,
VERWEERSTERS in cassatie,
advocaat: mr. E.M. Tjon-En-Fa.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als E.ON en de Verzekeraars.

1.Het geding in feitelijke instanties

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. het vonnis in de zaak 338884/HA ZA 29-2622 van de rechtbank Rotterdam van 1 juni 2011;
b. het arrest in de zaak 200.093.299/01 van het gerechtshof te ’s-Gravenhage van 18 december 2012.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.

2.Het geding in cassatie

Tegen het arrest van het hof heeft E.ON beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Verzekeraars hebben geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten, alsmede door mr. K.J.O. Jansen, advocaat bij de Hoge Raad, voor E.ON.
De conclusie van de Advocaat-Generaal J. Spier strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaat van E.ON heeft bij brief van 27 september 2013 op die conclusie gereageerd.

3.Beoordeling van het middel

De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

4.Beslissing

De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt E.ON in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van de Verzekeraars begroot op € 6.275,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de vice-president E.J. Numann als voorzitter en de raadsheren A.H.T. Heisterkamp, M.A. Loth, G. de Groot en M.V. Polak, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer M.A. Loth op
1 november 2013.