Uitspraak
gevestigd te Rotterdam,
gevestigd te Rotterdam,
gevestigd te Rotterdam,
1.Het geding in feitelijke instanties
2.Het geding in cassatie
3.Beoordeling van het middel
4.Beslissing
1 november 2013.
Hoge Raad
In deze zaak heeft E.ON Benelux N.V. cassatie ingesteld tegen de uitspraken van de lagere rechters, waarbij de weigering van dekking door de verzekeraars Allianz Nederland Schadeverzekering N.V. en Electrorisk Verzekeringsmaatschappij N.V. werd bevestigd. De Hoge Raad verwijst naar eerdere uitspraken, waaronder een vonnis van de rechtbank Rotterdam en een arrest van het gerechtshof te 's-Gravenhage. De kern van het geschil betreft de toepassing van een vervalbeding in de verzekeringspolis en de vraag wanneer de vordering op de verzekeraar opeisbaar is. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten van E.ON niet tot cassatie kunnen leiden, omdat deze niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad verwerpt het beroep en veroordeelt E.ON in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op een totaal van € 8.475,34. Dit arrest is gewezen door de vice-president en een aantal raadsheren, en openbaar uitgesproken door raadsheer M.A. Loth op 1 november 2013.