ECLI:NL:HR:2013:1160

Hoge Raad

Datum uitspraak
12 november 2013
Publicatiedatum
12 november 2013
Zaaknummer
12/01199
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Strafmotivering en kennelijke misslag in eerdere veroordeling

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 12 november 2013 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te Leeuwarden. De verdachte was eerder veroordeeld voor een gewelddadige overval op 19 januari 2009 in Assen, waarbij hij samen met anderen hennep heeft gestolen. De overval ging gepaard met geweld en bedreiging tegen een slachtoffer, wat leidde tot een gevangenisstraf van dertig maanden door het Hof. De Hoge Raad oordeelde dat het Hof in zijn strafmotivering ten onrechte had gesteld dat de verdachte eerder terzake strafbare feiten was veroordeeld, zonder dat dit uit het uittreksel Justitiële Documentatie kon worden afgeleid. Dit leidde tot de conclusie dat er sprake was van een kennelijke misslag in de overweging van het Hof. De Hoge Raad heeft de bestreden overweging verbeterd, maar het beroep van de verdachte werd verworpen. De uitspraak benadrukt het belang van zorgvuldige strafmotivering en de noodzaak om eerdere veroordelingen correct te interpreteren.

Uitspraak

12 november 2013
Strafkamer
nr. 12/01199
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Leeuwarden van 27 december 2011, nummer 24/002441-10, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren in [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1979.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. R.B.J.G. Baggen, advocaat te Arnhem, bij schriftuur een middel voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal D.J.C. Aben heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak, doch uitsluitend wat betreft de strafoplegging, tot terugwijzing van de zaak naar het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden dan wel verwijzing naar een aangrenzend hof teneinde in zoverre op het bestaande hoger beroep opnieuw te worden berecht en afgedaan, en tot verwerping van het beroep voor het overige.

2.Beoordeling van het middel

2.1.
Het middel klaagt over de strafmotivering.
2.2.1.
Ten laste van de verdachte is bewezenverklaard dat:
"hij op of omstreeks 19 januari 2009, te Assen tezamen en in vereniging met anderen met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een hoeveelheid hennep toebehorende aan [betrokkene 1], welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen [betrokkene 2], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, welk geweld en welke bedreiging met geweld hierin bestonden dat verdachte en zijn mededaders
- de woning waarin [betrokkene 2] zich bevond aan de [a-straat], zijn binnengedrongen waarbij een aantal hun gezichten (gedeeltelijk) hadden bedekt met een panty, en
- een op een vuurwapen gelijkend voorwerp hebben gericht op [betrokkene 2] en
- tegen [betrokkene 2] hebben geduwd en
- [betrokkene 2] met dat voorwerp tegen het hoofd hebben geslagen en
- [betrokkene 2] hebben geslagen en geschopt en
- (tijdens het knippen van die hennep) [betrokkene 2] onder schot hebben gehouden."
2.2.2.
Het Hof heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van dertig maanden. Het heeft ten aanzien van de oplegging van de straf onder meer het volgende overwogen:
"Verdachte is schuldig bevonden aan het medeplegen van een gewelddadige overval die gedurende de nacht plaatsvond in een woning in Assen. Het betreft een ernstig feit. Feiten als de onderhavige schokken de rechtsorde en brengen gevoelens van onrust en onveiligheid in de maatschappij teweeg. Verdachte heeft door zijn handelen hieraan bijgedragen en dat neemt het hof verdachte kwalijk.
Bij de strafoplegging houdt het hof rekening met een verdachte betreffend uittreksel uit het justitiële documentatieregister d.d. 28 oktober 2011 waaruit blijkt dat hij eerder terzake strafbare feiten is veroordeeld.
(...)"
2.3.
Met zijn overweging dat de verdachte "eerder terzake strafbare feiten is veroordeeld" heeft het Hof tot uitdrukking gebracht dat de verdachte een keer eerder voor strafbare feiten onherroepelijk is veroordeeld. Uit het door het Hof genoemde uittreksel Justitiële Documentatie kan evenwel niet worden afgeleid dat de desbetreffende veroordeling betrekking heeft op meer strafbare feiten. Op die grond moet worden aangenomen dat sprake is van een kennelijke misslag. De Hoge Raad leest de bestreden overweging met verbetering van deze misslag. Aan het middel komt daarom de feitelijke grondslag te ontvallen.

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, en de raadsheren H.A.G. Splinter-van Kan en Y. Buruma , in bijzijn van de waarnemend griffier S.C. Rusche, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
12 november 2013.