ECLI:NL:HR:2013:1349

Hoge Raad

Datum uitspraak
19 november 2013
Publicatiedatum
19 november 2013
Zaaknummer
13/03934
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Herziening
Rechters
  • A.J.A. van Dorst
  • J.P. Balkema
  • J.W. Ilsink
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onbevoegdheid van de Hoge Raad in herzieningsaanvraag betreffende vonnis Gemeenschappelijk Hof

Op 19 november 2013 heeft de Hoge Raad der Nederlanden uitspraak gedaan in een zaak betreffende een herzieningsaanvraag van een vonnis van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba. De aanvrager, geboren in 1969, had een gevangenisstraf van dertig maanden opgelegd gekregen voor verduistering en diefstal uit een woning. De aanvrage tot herziening was ingediend door mr. M.J.N. Vermeij, advocaat te 's-Gravenhage.

De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat volgens artikel 454, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering voor Bonaire, Sint Eustatius en Saba, een herzieningsaanvraag moet worden ingediend bij het Gemeenschappelijk Hof. Hierdoor mist de Hoge Raad de bevoegdheid om van de aanvrage kennis te nemen. De Hoge Raad concludeert dat de aanvrager de aanvrage heeft willen indienen bij het daartoe aangewezen gerecht.

In zijn beslissing verklaart de Hoge Raad zich onbevoegd om van de aanvrage kennis te nemen en bepaalt dat de aanvrage zal worden doorgezonden aan de Griffier van het Gemeenschappelijk Hof. Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren J.P. Balkema en J.W. Ilsink, in aanwezigheid van de griffier S.P. Bakker. De uitspraak is gedaan ter openbare terechtzitting, waarbij de raadsheren Balkema en Ilsink buiten staat waren om het arrest te ondertekenen.

Uitspraak

19 november 2013
Strafkamer
nr. 13/03934 H
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op een aanvrage tot herziening van een in kracht van gewijsde gegaan vonnis van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba van 24 mei 2012, nummer H-23/12, ingediend door mr. M.J.N. Vermeij, advocaat te 's-Gravenhage, namens:
[aanvrager], geboren op [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1969.

1.De uitspraak waarvan herziening is gevraagd

Het Hof heeft in hoger beroep – met vernietiging van een vonnis van het Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba, zittingsplaats Bonaire, van 7 maart 2012 – de aanvrager ter zake van 1. "verduistering" en 2. "diefstal uit een woning waar de schuldige zich bevond buiten weten of tegen wil van de rechthebbende en waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft door middel van braak" veroordeeld tot een gevangenisstraf van dertig maanden.

2.De aanvrage tot herziening

De aanvrage tot herziening is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.

3.Beoordeling van de aanvrage

Volgens art. 454, eerste lid, Wetboek van Strafvordering Bonaire, Sint Eustatius en Saba moet een aanvrage tot herziening worden aangebracht bij het Gemeenschappelijk Hof. De Hoge Raad mist derhalve de bevoegdheid om van de aanvrage kennis te nemen.
Het moet ervoor worden gehouden dat de aanvrager de aanvrage heeft willen indienen bij het daartoe aangewezen gerecht. De Hoge Raad zal de stukken derhalve ter verdere behandeling doorzenden naar het Gemeenschappelijk Hof.

4.Beslissing

De Hoge Raad:
verklaart zich onbevoegd om van de aanvrage kennis te nemen;
bepaalt dat de aanvrage zal worden doorgezonden aan de Griffier van het Gemeenschappelijk Hof.
Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren J.P. Balkema en J.W. Ilsink, in bijzijn van de griffier S.P. Bakker, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
19 november 2013.
Mrs. Balkema en Ilsink zijn buiten staat dit arrest te ondertekenen.