Uitspraak
gevestigd te Diemen,
gevestigd te Amsterdam,
gevestigd te Zaandam,
gevestigd te Molvena (Vicenza), Italië,
1.Het geding
2.Het derde geding in cassatie
3.Beoordeling van het middel
(rov. 4-7).
(c) of Flexi Casual door schoenen met het merk
Dieselin het verkeer te brengen in strijd met deze bepaling(en) heeft gehandeld.
Dieselen dat dit ook geldt voor de bedoelde machtiging (rov. 11-12).
Het concludeerde en overwoog in rov. 13:
Diesel-schoenen die na 1997 door Cosmos op de markt zijn gebracht, door Cosmos zelf zijn geproduceerd onder art. 1.4 van de 1994-overeenkomst en dat Cosmos daartoe de bevoegdheid niet had, heeft het de stellingen van Makro c.s. onderzocht en verworpen die ertoe strekten dat van schending van genoemd art. 1.4 geen sprake was omdat Difsa/Diesel, na de schoenen ter beoordeling voorgelegd te hebben gekregen, toestemming voor het op de markt brengen daarvan had gegeven (rov. 14-16). Het hof is tot de slotsom gekomen (rov. 17) dat Diesel heeft aangetoond dat haar toestemming tot het in de handel brengen van de onderhavige schoenen met het merk
Dieselontbrak op de in het arrest Copad genoemde, aan art. 8 lid 2 Merkenrichtlijn ontleende gronden zodat, hoewel tussen Diesel en Cosmos een economische verbondenheid bestond als bedoeld in het arrest IHT Danziger/Ideal Standard, Makro c.s. zich niet met vrucht op uitputting kunnen beroepen, en dat zij door het verhandelen van die schoenen bijgevolg merkinbreuk hebben gepleegd.
Met betrekking tot vraag 1 heeft het HvJEU overwogen:
HR] verwijst, dient eraan te worden herinnerd dat volgens vaste rechtspraak de wezenlijke functie van het merk daarin is gelegen, dat aan de consument of de eindverbruiker de identiteit van de oorsprong van de gemerkte waren of diensten wordt gewaarborgd, zodat hij deze zonder gevaar voor verwarring kan onderscheiden van waren of diensten met een andere herkomst. Om zijn rol als essentieel onderdeel van het stelsel van onvervalste mededinging dat het EG-Verdrag tot stand wil brengen en wil handhaven, te kunnen vervullen, dient het merk immers de waarborg te bieden dat alle van dat merk voorziene waren of diensten zijn vervaardigd of verricht onder controle van een en dezelfde onderneming, die kan worden geacht voor de kwaliteit ervan in te staan (…).
strijd handelt met een bepaling van de licentieovereenkomst, indien vaststaat dat deze bepaling overeenkomt met een van de in artikel 8, lid 2, van deze richtlijn bedoelde bepalingen.”
Dieselvoorziene schoenen van eigen makelij mag gaan vervaardigen en distribueren, zij de resultaten van de testverkopen eerst aan Diesel moet hebben voorgelegd, zodat Diesel/Difsa de kwaliteit daarvan kan controleren, en dat deze aldus een bepaling behelzen inzake de kwaliteit van de door de licentienemer vervaardigde waren. In het licht van punt 22 en 23 van het Copad-arrest moet worden aangenomen dat een dergelijk beding een bepaling is als bedoeld in art. 8 lid 2 Merkenrichtlijn, derhalve een beperking die – in de formulering van de beantwoording van vraag 2 in dat arrest: – ‘overeenkomt’ (Engels: ‘is included’, Frans: ‘correspond à’, Duits: ‘entspricht’) met een van de in art. 8 lid 2 bedoelde bepalingen, te weten een bepaling ‘inzake de kwaliteit van de door de licentiehouder vervaardigde waren’. Gelet op het antwoord op vraag 2 in het Copad-arrest, ontbreekt bij handelen in strijd met een dergelijke bepaling door de licentienemer, toestemming in de zin van art. 7 lid 1 Merkenrichtlijn, zodat van uitputting dus geen sprake is. Er is geen grond aan te nemen, zoals het onderdeel wil, dat daarvoor bij een beding met een strekking als het onderhavige tevens is vereist dat het merk gebruikt is voor schoenen die niet zouden voldoen aan de kwaliteitseisen. Voldoende is dat een dergelijk beding – een ‘proefpartij-clausule’ – ertoe strekt de merkhouder in staat te stellen de kwaliteit van de schoenen te controleren. Dat de merkhouder deze kwaliteitscontrole (in voorkomende gevallen) ook langs andere wegen kan realiseren, doet daaraan niet af.
Dieselin Spanje op de markt heeft gebracht. Voor zover het onderdeel niet voortbouwt op de onderdelen 2.1.2 en 2.1.3 (en dus in zoverre tevergeefs is voorgesteld), faalt het, aangezien uit rov. 4 van het tussenarrest van de Hoge Raad, in verbinding met rov. 3.3.6 van het eindarrest, reeds volgt dat ten processe ervan moet worden uitgegaan dat van verhandelen op grote schaal in evenbedoelde zin sprake is geweest.
Van aanpassing van stellingen die betrekking hebben op de rechtsverhouding tussen Diesel, Difsa, Flexi Casual en Cosmos kon geen sprake zijn, aldus rov. 3.3.3 van het eindarrest.
Voor zover wordt geklaagd over onjuiste toepassing van Spaans recht, kunnen de klachten niet tot cassatie leiden, gelet op art. 79 lid 1, aanhef en onder b, RO.
De motiveringsklachten onder i en ii kunnen niet tot cassatie leiden, aangezien deze klachten niet kunnen worden beoordeeld zonder in die beoordeling mede te betrekken de juistheid van de opvattingen betreffende de inhoud van het Spaanse recht waarvan het hof is uitgegaan, waartoe art. 79 lid 1, aanhef en onder b, RO de ruimte niet biedt.
Diesel-beeldmerk. Deze klachten bouwen voort op de klachten tegen hetgeen het hof aangaande de merkrechten van Diesel heeft overwogen. Nu bij de in deze zaak centraal staande vraag of door Diesel toestemming is gegeven, volgens Makro geen onderscheid moet worden gemaakt tussen toestemming in merkenrechtelijke en auteursrechtelijke zin, deelt het onderdeel het lot van de voorgaande onderdelen.
4.Beslissing
6 december 2013.