ECLI:NL:HR:2013:976

Hoge Raad

Datum uitspraak
18 oktober 2013
Publicatiedatum
17 oktober 2013
Zaaknummer
12/04761
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Huur bedrijfsruimte en uitleg stellingen in cassatie

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 18 oktober 2013 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende een huurgeschil over bedrijfsruimte. De eisers tot cassatie, bestaande uit de maatschap MAATSCHAP AANLEG en twee natuurlijke personen, hebben beroep in cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof te Amsterdam. Dit arrest volgde op eerdere vonnissen van de kantonrechter te Utrecht en betrof de uitleg van stellingen en de feitelijke grondslag van de zaak. De Hoge Raad verwijst naar de eerdere vonnissen en het arrest van het hof, dat aan de uitspraak is gehecht.

De advocaat van de eisers, mr. H.J.W. Alt, heeft de zaak toegelicht, terwijl de verweerder, DILLE & KAMILLE (NEDERLAND) B.V., niet is verschenen. De conclusie van de Advocaat-Generaal M.H. Wissink was om het beroep te verwerpen. De advocaat van Aanleg heeft gereageerd op deze conclusie, maar de Hoge Raad oordeelt dat de klachten in het middel niet tot cassatie kunnen leiden. Dit is in overeenstemming met artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie, dat stelt dat geen nadere motivering vereist is wanneer de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen en de eisers in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, die aan de zijde van Dille & Kamille op nihil zijn begroot. Deze uitspraak benadrukt de rol van de Hoge Raad in het waarborgen van de rechtsontwikkeling en het handhaven van de rechtszekerheid in huurgeschillen.

Uitspraak

18 oktober 2013
Eerste Kamer
nr. 12/04761
EE/NH
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
1. De maatschap MAATSCHAP AANLEG,
gevestigd te Utrecht,
2. [eiseres 2],
wonende te [woonplaats],
3. [eiser 3],
wonende te [woonplaats],
EISERS tot cassatie,
advocaat: mr. H.J.W. Alt,
t e g e n
DILLE & KAMILLE (NEDERLAND) B.V.,
gevestigd te Zoetermeer,
VERWEERSTER in cassatie,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als Aanleg en Dille & Kamille.

1.Het geding in feitelijke instanties

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. de vonnissen in de zaak 559948 UC EXPL 08-1736 MVV van de kantonrechter te Utrecht van 16 april 2008, 22 april 2009 en 3 februari 2010;
b. het arrest in de zaak 200.065.234 van het gerechtshof te Amsterdam van 5 juni 2012.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.

2.Het geding in cassatie

Tegen het arrest van het hof heeft Aanleg beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Tegen Dille & Kamille is verstek verleend.
De zaak is voor Aanleg toegelicht door hun advocaat.
De conclusie van de Advocaat-Generaal M.H. Wissink strekt tot verwerping van het beroep.
De advocaat van Aanleg heeft bij brief van 20 september 2013 op die conclusie gereageerd.

3.Beoordeling van het middel

De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

4.Beslissing

De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt Aanleg in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van Dille & Kamille begroot op nihil.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren C.A. Streefkerk, als voorzitter, C.E. Drion en G. Snijders en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer M.A. Loth op
18 oktober 2013.