ECLI:NL:HR:2013:BX4584
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van de uitspraak inzake profijtontneming en terugverwijzing naar het Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 4 juni 2013 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een beslissing van het Gerechtshof te Amsterdam. De zaak betreft een vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel, waarbij de betrokkene, geboren in 1963, door zijn advocaat mr. R.J. Baumgardt in cassatie is gegaan. De Advocaat-Generaal J. Silvis heeft geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest en terugverwijzing naar het Gerechtshof Amsterdam. De Hoge Raad oordeelt dat het Hof een gemotiveerde beslissing had moeten nemen over het deel van de opbrengst dat daadwerkelijk door de betrokkene is genoten, nu de relevante wetgeving, artikel 36e Sr, pas op 1 juli 2011 in werking is getreden. Dit artikel stelt dat bij feiten gepleegd door meerdere personen, de rechter kan bepalen dat deze personen hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de betalingsverplichting. De Hoge Raad vernietigt de uitspraak van het Gerechtshof en wijst de zaak terug, zodat deze opnieuw kan worden berecht op basis van het bestaande hoger beroep. De Hoge Raad benadrukt dat de maatregel tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel gericht is op het ontnemen van het voordeel dat de betrokkene daadwerkelijk heeft verkregen, en dat het Hof in zijn eerdere beslissing niet voldoende gemotiveerd heeft waarom de betrokkene hoofdelijk is veroordeeld tot betaling van het totale bedrag van het wederrechtelijk verkregen voordeel.