ECLI:NL:HR:2013:BX5138

Hoge Raad

Datum uitspraak
16 april 2013
Publicatiedatum
27 juni 2013
Zaaknummer
11/00794
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wederrechtelijke toe-eigening en verduistering van voertuigen

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 16 april 2013 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage. De verdachte was beschuldigd van wederrechtelijke toe-eigening en verduistering van verschillende voertuigen. Het Hof had vastgesteld dat de verdachte de auto’s had meegekregen van de eigenaren, X en Y, met de afspraak dat hij deze zou verkopen en een deel van de opbrengst aan hen zou afdragen. Echter, de verdachte heeft de auto’s verkocht zonder de afgesproken bedragen aan de eigenaren te betalen. Het Hof oordeelde dat de verdachte zich de auto’s wederrechtelijk had toegeëigend, maar de Hoge Raad oordeelde dat dit oordeel niet juist was. De Hoge Raad stelde vast dat de verdachte de auto’s op basis van een koopovereenkomst had verkregen, waardoor hij als bezitter van de voertuigen werd beschouwd. De enkele omstandigheid dat hij de koopsom niet had betaald, was onvoldoende om te concluderen dat hij de auto’s had verduisterd. De Hoge Raad vernietigde de uitspraak van het Hof en wees de zaak terug naar het Gerechtshof voor herbehandeling.

Uitspraak

16 april 2013
Strafkamer
nr. S 11/00794
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 8 februari 2011, nummer 22/004134-09, in de strafzaak tegen:
[Verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1968.
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze hebben mr. J. Goudswaard en mr. C.P. Wesselink-van Dijk, beiden advocaat te 's-Gravenhage, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal E.J. Hofstee heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De raadslieden hebben schriftelijk daarop gereageerd.
2. Bewezenverklaring
Overeenkomstig de tenlastelegging heeft het Hof ten laste van de verdachte bewezenverklaard dat:
"1.
hij op één of meer tijdstippen gelegen in de periode van 14 oktober 2008 tot en met 18 november 2008 te 's-Heer Arendskerke, gemeente Goes, althans in Nederland, opzettelijk
een auto, merk Opel Caravan, voorzien van het kenteken [AA-00-BB] en
een auto, merk Opel Astra, voorzien van het kenteken [CC-00-DD] en
een auto, merk Volkswagen Golf, voorzien van het kenteken [EE-00-FF] en
een auto, merk Opel Vectra, voorzien van het kenteken [GG-00-HH], en
een auto, merk Opel Astra, voorzien van het kenteken [II-00-JJ], en
een auto, merk Ford Focus, voorzien van het kenteken [KK-00-LL], en
een auto, merk Renault Megane Scenic, voorzien van het kenteken [MM-00-NN], en
een auto, merk Opel Vectra, voorzien van het kenteken [OO-00-PP], en
een auto, merk Opel Vectra, voorzien van het kenteken [QQ-00-RR], en
een auto, merk Opel Vectra, voorzien van het kenteken [SS-00-TT], en
een auto, merk Opel Astra, voorzien van het kenteken [UU-00-VV], en
een auto, merk Peugeot 406, voorzien van het kenteken [WW-00-XX],
telkens met bijbehorende kentekenbewijzen en bijbehorende sleutels, toebehorende aan [betrokkene 1] (eigenaar van het bedrijf "[A]"), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welke auto's en kentekenbewijzen, verdachte anders dan door misdrijf, te weten door het meegeven/krijgen ten behoeve van het doorverkopen van die auto's, waarna de betaling door hem, verdachte, aan [betrokkene 1] zal plaatsvinden, onder zich had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
2.
hij op één of meer tijdstippen gelegen in de periode van 1 november 2008 tot en met 18 december 2008 te Vlissingen opzettelijk een auto, merk Volkswagen type Transporter TDI, voorzien van het kenteken [YY-00-ZZ] en de bij die auto behorende kentekenbewijzen geheel of ten dele toebehorende aan [betrokkene 2] (eigenaar van "[B]") en/of [betrokkene 3], welke auto en kentekenbewijzen verdachte anders dan door misdrijf, te weten door het meegeven/krijgen ten behoeve van het doorverkopen van die auto, waarna de betaling door hem, verdachte, aan [betrokkene 2] of aan [betrokkene 3] zal plaatsvinden, onder zich had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
3.
hij in de periode van 14 tot en met 17 november 2008, in Nederland, opzettelijk een auto, merk Hyundai H200, voorzien van het kenteken [BB-00-AA] en een auto, merk Nissan Pick-up King Cab, voorzien van het kenteken [BB-00-BB] en een auto, merk Volkswagen, voorzien van het kenteken [BB-00-CC], telkens met bijbehorende kentekenbewijzen, toebehorende aan [betrokkene 4], in elk geval aan een ander dan aan verdachte, welke auto's en kentekenbewijzen verdachte anders dan door misdrijf, te weten door het meegeven/krijgen ten behoeve van het doorverkopen van die auto's, waarna de betaling door hem, verdachte, aan [betrokkene 4] zal plaatsvinden, onder zich had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend."
3. Beoordeling van het eerste middel
3.1. Het middel klaagt dat het Hof op onjuiste gronden heeft geoordeeld dat de verdachte zich de auto's wederrechtelijk heeft toegeëigend.
3.2. De tenlastelegging van de onder 1, 2 en 3 bewezenverklaarde feiten is toegesneden op art. 321 Sr. Daarom moet de in de tenlastelegging en bewezenverklaring voorkomende uitdrukking "wederrechtelijk zich heeft toegeëigend" geacht worden aldaar te zijn gebezigd in dezelfde betekenis als toekomt aan dezelfde in dat artikel voorkomende uitdrukking. Van zodanig toe-eigenen is sprake indien een persoon zonder daartoe gerechtigd te zijn als heer en meester beschikt over een goed dat aan een ander toebehoort (vgl. HR 24 oktober 1989, LJN ZC8253, NJ 1990/256).
3.3. Blijkens de voor de bewezenverklaringen onder 1 en 3 gebezigde bewijsmiddelen heeft het Hof vastgesteld dat de verdachte de in die bewezenverklaringen genoemde auto's telkens had meegekregen van respectievelijk [betrokkene 1 en 4] teneinde door hem te worden verkocht en geleverd aan mogelijk geïnteresseerden, waarna de verdachte een afgesproken bedrag van de betaalde verkoopprijs aan respectievelijk [betrokkene 1 en 4] zou afdragen. In zijn nadere bewijsoverweging heeft het Hof vastgesteld dat de verdachte de auto's die hij onder zich had gekregen, heeft verkocht en geleverd aan derden en dat hij van de ontvangen verkoopprijs niet het afgesproken bedrag aan [betrokkene 1 en 4] heeft betaald. Het kennelijke oordeel van het Hof dat daaruit volgt dat de verdachte de auto's die hij op grond van de met [betrokkene 1 en 4] gemaakte afspraken ten verkoop onder zich had gekregen, zich wederrechtelijk heeft toegeëigend, is niet juist.
3.4. Voor zover het middel betrekking heeft op de bewezenverklaringen onder 1 en 3 is het terecht voorgesteld.
3.5. Blijkens de voor de bewezenverklaring onder 2 gebezigde bewijsmiddelen heeft het Hof vastgesteld dat [betrokkene 2], eigenaar van de in de bewezenverklaring bedoelde Volkswagen, aan [betrokkene 3] de opdracht heeft gegeven deze auto te verkopen, dat laatstgenoemde de auto aan de verdachte heeft verkocht, dat de verdachte van [betrokkene 2] de kentekenbewijzen van de auto heeft meegekregen, dat [betrokkene 2] geen betaling voor de auto heeft ontvangen en dat de verdachte de auto, die inmiddels op zijn naam stond, heeft doorverkocht aan [betrokkene 5].
3.6. Uit het voorgaande kan bezwaarlijk anders worden afgeleid dan dat de in de bewezenverklaring onder 2 genoemde auto op grond van een door de verdachte met [betrokkene 3] gesloten koopovereenkomst aan hem geleverd is. Dat betekent dat de verdachte bezitter van de auto is geworden en de auto niet meer voor wederrechtelijke toe-eigening door de verdachte vatbaar was. De enkele omstandigheid dat de verdachte heeft nagelaten de door hem verschuldigde koopsom te betalen, levert geen grond op om af te wijken van de uit het burgerlijk recht voortvloeiende regel dat de desbetreffende auto na levering daarvan tot het vermogen van de koper is gaan behoren. Het in de bewezenverklaring besloten liggende oordeel van het Hof dat de verdachte de auto heeft verduisterd, getuigt aldus van een onjuiste rechtsopvatting.
3.7. Voor zover het middel daarover klaagt is het eveneens terecht voorgesteld.
4. Slotsom
Hetgeen hiervoor is overwogen, brengt mee dat de bestreden uitspraak niet in stand kan blijven, de overige middelen geen bespreking behoeven en als volgt moet worden beslist.
5. Beslissing
De Hoge Raad:
vernietigt de bestreden uitspraak;
wijst de zaak terug naar het Gerechtshof Den Haag, opdat de zaak op het bestaande hoger beroep opnieuw wordt berecht en afgedaan.
Dit arrest is gewezen door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, en de raadsheren H.A.G. Splinter-van Kan en W.F. Groos, in bijzijn van de waarnemend griffier S.C. Rusche, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 16 april 2013.