ECLI:NL:HR:2013:BY4247
Hoge Raad
- Cassatie
- W.A.M. van Schendel
- H.A.G. Splinter-van Kan
- Y. Buruma
- J. Wortel
- N. Jörg
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden inzake de ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie in de vervolging van een verdachte die zich beroept op de bescherming van het Vluchtelingenverdrag
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 28 mei 2013 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te Arnhem. De verdachte, geboren in 1970, was aangeklaagd voor het opzettelijk gebruik maken van een niet op zijn naam gesteld reisdocument, een Zweeds vreemdelingenpaspoort. De verdachte had op 24 juli 2008 in een trein tussen Arnhem en Utrecht dit paspoort getoond, wat leidde tot zijn aanhouding. Tijdens de procedure heeft de raadsman van de verdachte aangevoerd dat artikel 31 van het Vluchtelingenverdrag van toepassing is, wat zou betekenen dat het Openbaar Ministerie niet ontvankelijk zou zijn in de strafvervolging. Het Hof heeft echter geoordeeld dat de verdachte niet voldeed aan de voorwaarden van dit artikel, omdat niet was vastgesteld dat hij als vluchteling moest worden beschouwd en dat hij afkomstig was uit een land waar zijn leven of vrijheid bedreigd werd.
De Hoge Raad heeft in zijn uitspraak benadrukt dat het Hof niet had onderzocht of de asielaanvraag van de verdachte onherroepelijk was afgewezen. Hierdoor kon de stelling van de verdachte dat hij een vluchteling was, niet evident ongegrond worden bevonden. De Hoge Raad oordeelde dat het Hof de verwerping van het verweer van de verdachte niet op de juiste gronden had gedaan. De Hoge Raad vernietigde de bestreden uitspraak en wees de zaak terug naar het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden voor een nieuwe behandeling van de zaak.
Deze uitspraak heeft belangrijke implicaties voor de toepassing van het Vluchtelingenverdrag in strafzaken, vooral in situaties waarin een verdachte zich beroept op zijn vluchtelingenstatus. De Hoge Raad stelt dat zolang er geen onherroepelijke beslissing is genomen op de asielaanvraag, de verdachte niet kan worden vervolgd voor het bezit van vervalste documenten in het kader van zijn vlucht.