ECLI:NL:HR:2013:BY5704
Hoge Raad
- Cassatie
- W.A.M. Schendel
- H.A.G. Splinter-van Kan
- W.F. Groos
- Rechtspraak.nl
Cassatie over diefstal met valse sleutel en toewijzing van vorderingen benadeelde partijen
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 15 januari 2013 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te Arnhem. De verdachte was beschuldigd van diefstal van een personenauto, gepleegd met een valse sleutel, en het Hof had de vorderingen van de benadeelde partijen toegewezen. De Hoge Raad oordeelde dat de bewezenverklaring van het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening niet zonder meer uit de bewijsvoering kon worden afgeleid, wat leidde tot een gegronde bewijsklacht. De Hoge Raad vernietigde de bestreden uitspraak, maar alleen wat betreft de beslissingen over het onder 5 tenlastegelegde feit en de strafoplegging. De zaak werd terugverwezen naar het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden voor herbehandeling van deze onderdelen. De vorderingen van de benadeelde partijen, die schadevergoeding vroegen voor de geleden schade, werden door het Hof als toereikend gemotiveerd beschouwd. De Hoge Raad verwierp het beroep voor het overige, wat betekent dat de toewijzing van de vorderingen van de benadeelde partijen standhield. De zaak illustreert de zorgvuldigheid die vereist is bij de beoordeling van bewijs en de motivering van vorderingen in strafzaken.