Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 11 januari 2013 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van X te Z. Het beroep was gericht tegen een eerdere uitspraak van de Rechtbank te 's-Gravenhage, gedateerd 26 juli 2012, met nummer AWB 11/2340. De Rechtbank had zich in deze uitspraak uitgesproken over een verzet van belanghebbende tegen een boetekennisgeving. De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie afgedaan met toepassing van artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie (RO). Dit artikel biedt de Hoge Raad de mogelijkheid om een cassatieberoep af te doen zonder een inhoudelijke behandeling van de zaak, indien de zaak zich daar niet voor leent. De uitspraak van de Hoge Raad heeft implicaties voor de rechtspraktijk, vooral in het bestuursrecht en belastingrecht, waar het gaat om de rechtsbescherming van belanghebbenden tegen boetes en de termijnen die daarbij in acht moeten worden genomen. De Hoge Raad heeft in deze uitspraak de eerder genomen beslissing van de Rechtbank bevestigd, waarmee de rechtsgang voor de betrokken partijen is afgesloten.