Hoge Raad
Op 1 februari 2013 heeft de Hoge Raad het beroep in cassatie van X B.V. te Z behandeld. Dit beroep was gericht tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam, gedateerd 5 april 2012, met nummer 11/00033. De zaak betrof een beschikking op basis van de Wet waardering onroerende zaken en een aanslag in de onroerendezaakbelastingen. De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie afgedaan met toepassing van artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie (RO). Dit artikel biedt de Hoge Raad de mogelijkheid om een cassatieberoep af te doen zonder een inhoudelijke behandeling van de zaak, indien de zaak zich daar niet voor leent. De uitspraak van het Gerechtshof werd in deze context beoordeeld, waarbij de Hoge Raad zich beperkte tot de juridische aspecten van de zaak en de eerder genomen beslissingen van de lagere rechters. De Hoge Raad heeft in zijn uitspraak de relevante juridische kaders en de toepassing daarvan op de feiten van de zaak uiteengezet, maar heeft geen nieuwe feiten of bewijsstukken in overweging genomen. De uitspraak van de Hoge Raad heeft daarmee de eerdere beslissing van het Gerechtshof bevestigd, en de rechtsvraag die aan de orde was, is niet verder inhoudelijk behandeld.