Hoge Raad
Op 1 februari 2013 heeft de Hoge Raad het beroep in cassatie van X te Z behandeld. Dit beroep was gericht tegen een uitspraak van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, gedateerd 1 juni 2012, met nummer 11/00589. De zaak betrof een beschikking op basis van de Wet waardering onroerende zaken en een bijbehorende aanslag in de onroerendezaakbelastingen. De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie afgedaan met toepassing van artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie (RO). Dit artikel biedt de Hoge Raad de mogelijkheid om een cassatieberoep af te doen zonder een inhoudelijke behandeling van de zaak, indien de zaak geen rechtsvragen van belang bevat. De uitspraak van het Gerechtshof werd in deze context beoordeeld, waarbij de Hoge Raad zich beperkte tot de juridische aspecten die in het cassatieberoep aan de orde waren gesteld. De Hoge Raad heeft uiteindelijk geoordeeld dat het beroep in cassatie niet kan slagen, waarmee de uitspraak van het Gerechtshof in stand blijft. Deze uitspraak heeft implicaties voor de toepassing van de Wet waardering onroerende zaken en de heffing van onroerendezaakbelastingen, en benadrukt het belang van de rechtszekerheid in belastingzaken.