ECLI:NL:HR:2013:BY9997
Hoge Raad
- Cassatie
- W.A.M. van Schendel
- H.A.G. Splinter-van Kan
- J. Wortel
- Rechtspraak.nl
Cassatie over conservatoir beslag en derdenwerking huwelijkse voorwaarden
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 12 maart 2013 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende een klaagschrift van de echtgenote van een verdachte. Het betreft een conservatoir beslag dat is gelegd op goederen van de echtgenoot van klaagster, in het kader van een ontnemingsvordering. De Rechtbank had eerder geoordeeld dat het beslag gegrond was, maar de Officier van Justitie stelde dat het openbaar ministerie zich kon beroepen op de derdenwerking van huwelijkse voorwaarden, zoals vastgelegd in artikel 1:116 BW. De Hoge Raad oordeelde echter dat de bekendheid van het openbaar ministerie met de huwelijkse voorwaarden niet relevant was voor de geldigheid van het beslag. De Hoge Raad bevestigde het oordeel van de Rechtbank dat het openbaar ministerie geen beroep kon doen op de bescherming van derden, omdat de inschrijving van de huwelijkse voorwaarden in het huwelijksgoederenregister niet had plaatsgevonden. De Hoge Raad verwierp het cassatieberoep van de Officier van Justitie, waarmee de beslissing van de Rechtbank in stand bleef. De zaak benadrukt het belang van de inschrijving van huwelijkse voorwaarden en de gevolgen daarvan voor derden.