ECLI:NL:HR:2013:BZ1894

Hoge Raad

Datum uitspraak
12 februari 2013
Publicatiedatum
8 april 2013
Zaaknummer
10/05044
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging en vermindering van gevangenisstraf wegens schending van de redelijke termijn in cassatie

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 12 februari 2013 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch. De zaak betreft een verdachte die in 1980 is geboren en die in voorlopige hechtenis verkeert. Het beroep in cassatie is ingesteld door de verdachte, vertegenwoordigd door mr. A.A. Franken, advocaat te Amsterdam. De Advocaat-Generaal Knigge heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak wat betreft de opgelegde straf, en tot vermindering daarvan. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de redelijke termijn, zoals bedoeld in artikel 6, eerste lid, van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM), is overschreden. Dit is het gevolg van het feit dat de stukken te laat door het Hof zijn ingezonden, waardoor de procedure langer heeft geduurd dan redelijkerwijs te verwachten was.

De Hoge Raad heeft de bestreden uitspraak vernietigd, maar uitsluitend wat betreft de duur van de opgelegde gevangenisstraf. De gevangenisstraf is verminderd van zeventien jaren naar zestien jaren en zes maanden. De Hoge Raad heeft het beroep voor het overige verworpen. De uitspraak benadrukt het belang van de redelijke termijn in strafprocedures en de gevolgen van een overschrijding daarvan voor de opgelegde straf. De beslissing is genomen door de raadsheren B.C. de Savornin Lohman als voorzitter, W.F. Groos en N. Jörg, in bijzijn van de waarnemend griffier S.C. Rusche.

Uitspraak

12 februari 2013
Strafkamer
nr. S 10/05044
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 17 november 2010, nummer 20/001365-09, in de strafzaak tegen:
[Verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1980.
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. A.A. Franken, advocaat te Amsterdam, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal Knigge heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak wat betreft de opgelegde straf, tot vermindering daarvan en tot verwerping van het beroep voor het overige.
2. Beoordeling van het middel
2.1. Het middel klaagt dat de redelijke termijn als bedoeld in art. 6, eerste lid, EVRM in de cassatiefase is overschreden omdat de stukken te laat door het Hof zijn ingezonden.
2.2. Het middel is gegrond. Voorts doet de Hoge Raad in deze zaak waarin de verdachte zich in voorlopige hechtenis bevindt, uitspraak nadat meer dan zestien maanden zijn verstreken na het instellen van het cassatieberoep. Een en ander brengt mee dat de redelijke termijn als bedoeld in art. 6, eerste lid, EVRM is overschreden. Dit moet leiden tot vermindering van de aan de verdachte opgelegde gevangenisstraf van zeventien jaren.
3. Slotsom
Nu de Hoge Raad geen grond aanwezig oordeelt waarop de bestreden uitspraak ambtshalve zou behoren te worden vernietigd, brengt hetgeen hiervoor is overwogen mee dat als volgt moet worden beslist.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
vernietigt de bestreden uitspraak, maar uitsluitend wat betreft de duur van de opgelegde gevangenisstraf;
vermindert deze in die zin dat deze zestien jaren en zes maanden beloopt;
verwerpt het beroep voor het overige.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer B.C. de Savornin Lohman als voorzitter, en de raadsheren W.F. Groos en N. Jörg, in bijzijn van de waarnemend griffier S.C. Rusche, en uitgesproken op 12 februari 2013.