ECLI:NL:HR:2013:BZ1963

Hoge Raad

Datum uitspraak
12 februari 2013
Publicatiedatum
8 april 2013
Zaaknummer
12/03045 H
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Herziening
Rechters
  • A.J.A. van Dorst
  • J.P. Balkema
  • J.W. Ilsink
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herziening van een veroordeling wegens niet voldoen aan de vordering tot verzekering van een motorrijtuig

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 12 februari 2013 uitspraak gedaan over een aanvraag tot herziening van een eerder vonnis van het Gerechtshof te Amsterdam. De aanvraagster was eerder veroordeeld voor het niet voldoen aan de vordering tot verzekering van haar motorrijtuig, dat op 11 december 2004 niet als verzekerd geregistreerd stond. De aanvraag tot herziening was gebaseerd op de stelling dat er nieuwe feiten waren die niet bekend waren tijdens de eerdere rechtszittingen, namelijk dat het motorrijtuig op de betreffende datum wel verzekerd was. De Hoge Raad heeft de aanvraag tot herziening beoordeeld aan de hand van artikel 457 van het Wetboek van Strafvordering, dat stelt dat herziening alleen mogelijk is op basis van nieuwe, door bescheiden gestaafde gegevens die een ernstig vermoeden wekken dat de uitkomst van de zaak anders zou zijn geweest indien deze gegevens eerder bekend waren geweest.

De Hoge Raad oordeelde dat de overgelegde verklaring van de aanvraagster niet voldeed aan de eisen voor herziening, omdat zij niet binnen de gestelde termijn had voldaan aan de vordering van de opsporingsambtenaar. De Hoge Raad concludeerde dat de aanvraagster niet had aangetoond dat zij niet in staat was om aan de vordering te voldoen vanwege de weigering van de verzekeringsmaatschappij om tijdig een verklaring af te geven. De aanvraag tot herziening werd daarom ongegrond verklaard en afgewezen.

De uitspraak benadrukt het belang van tijdige en correcte communicatie met betrekking tot verzekeringsverplichtingen en de gevolgen van het niet voldoen aan wettelijke vorderingen. De Hoge Raad bevestigde dat de eerdere veroordeling van de aanvraagster in stand blijft, omdat er geen nieuwe feiten zijn die de veroordeling zouden kunnen ondermijnen.

Uitspraak

12 februari 2013
Strafkamer
nr. S 12/03045 H
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op een aanvrage tot herziening van een in kracht van gewijsde gegaan arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 26 juli 2007, nummer 23/002346-07, ingediend door:
[Aanvraagster], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1982.
1. De uitspraak waarvan herziening is gevraagd
Het Hof heeft in hoger beroep - met vernietiging van een bij verstek gewezen vonnis van de Kantonrechter in de Rechtbank Amsterdam van 18 september 2006 - de aanvraagster ter zake van "als degene, aan wie het kenteken is opgegeven voor een motorrijtuig niet voldoen aan de vordering als bedoeld in artikel 34 lid 1 Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen" (hierna: WAM), gepleegd in de periode van 11 december 2004 tot 25 december 2004 met het motorrijtuig voorzien van het kenteken [AA-00-BB], bij verstek veroordeeld tot een geldboete van € 385,-, subsidiair 7 dagen hechtenis.
2. De aanvraag tot herziening
2.1. De aanvraag tot herziening is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
2.2. De aanvraag berust op de stelling dat sprake is van een gegeven als bedoeld in art. 457, eerste lid aanhef en onder c, Sv aangezien uit de bij de aanvraag gevoegde bescheiden blijkt dat op 11 december 2004 voor het motorrijtuig met het kenteken [AA-00-BB] wel een verzekering overeenkomstig de WAM van kracht was.
3. De conclusie van de Advocaat-Generaal
De Advocaat-Generaal Aben heeft geconcludeerd dat de Hoge Raad de aanvraag gegrond zal verklaren, voor zover nodig de opschorting of schorsing van de tenuitvoerlegging van de in de aanvraag vermelde uitspraak zal bevelen en de zaak zal verwijzen naar het Gerechtshof te 's-Gravenhage, opdat de zaak zal worden berecht en afgedaan op de wijze als in art. 472, tweede lid, Sv is voorzien.
4. Beoordeling van de aanvraag
4.1. Als grondslag voor een herziening kan, voor zover hier van belang, krachtens het eerste lid aanhef en onder c van art. 457 Sv slechts dienen een door bescheiden gestaafd gegeven dat bij het onderzoek op de terechtzitting aan de rechter niet bekend was en dat het ernstige vermoeden wekt dat indien dit gegeven bekend zou zijn geweest, het onderzoek van de zaak zou hebben geleid hetzij tot een vrijspraak van de gewezen verdachte, hetzij tot een ontslag van alle rechtsvervolging, hetzij tot de niet-ontvankelijkverklaring van het openbaar ministerie, hetzij tot een toepassing van een minder zware strafbepaling.
4.2. Bij de door het Hof aan de Hoge Raad toegezonden processtukken bevindt zich een proces-verbaal van politie van 18 april 2005, opgemaakt door de opsporingsambtenaar [verbalisant 1]. Dit proces-verbaal houdt, voor zover hier van belang, het volgende in:
"Artikel34 lid 3 van de WAM.
Overtredings-Datum: 11 december 2004
gegevensOmstreeks: 13.34 uur
Plaats: Amsterdam
Gemeente: Amsterdam
Locatie: Weesperzijde
Een voor het openbaar verkeer openstaande weg binnen een als zodanig aangeduide bebouwde kom
Soort weg: een weg
Personenauto
Merk/type: Opel
Kenteken: [AA-00-BB] Land: NL
Bij gehouden controle in het register van de Rijksdienst voor het Wegverkeer bleek dat het voertuig niet als verzekerd stond geregistreerd.
Ik vorderde derhalve van de tenaamstellinghouder mij voor 25-12-2004 (waarbij rekening is gehouden met een termijn van tenminste 14 dagen) schriftelijk aan te tonen dat het motorrijtuig tegen wettelijke aansprakelijkheid, waartoe het aanleiding zou kunnen zijn, was verzekerd.
Tot op heden werd nog geen reactie hierop ontvangen.
Uitzonderingsbepalingen waren niet van toepassing.
Verdachte werd staande gehouden en verstrekte mij, daarnaar gevraagd, de volgende persoonsgegevens:
Verdachte Naam: [verdachte]
Voorletters: [voorletter]
Voornamen: [voornaam verdachte]
Geb. plaats: [geboorteplaats]
Geb. datum: [geboortedatum]-1982
Straatnaam: [a-straat 1]
PC/woonplaats: [woonplaats] Land: NL
Personalia conform rijbewijs
VerklaringNadat ik de verdachte had meegedeeld niet tot antwoorden te zijn verplicht, verklaarde deze:
"Hij is wel verzekerd"."
4.3. De aanvraagster is veroordeeld voor het bij art. 34, derde lid, WAM strafbaar gestelde feit dat zij niet binnen de door de opsporingsambtenaar [verbalisant 1] gestelde termijn heeft voldaan aan diens op art. 34, eerste lid, WAM gebaseerde vordering "schriftelijk aan te tonen dat [haar] motorrijtuig tegen wettelijke aansprakelijkheid (...) was verzekerd". Dat betekent dat het in het hier niet gaat om een veroordeling ter zake van art. 30, tweede lid, WAM en dat de aanvraagster dus niet is veroordeeld voor "het als degene aan wie een kenteken is opgegeven voor een motorrijtuig waarvoor een kentekenbewijs is afgegeven niet een verzekering overeenkomstig de WAM sluiten en in stand houden". Zou van een dergelijke veroordeling wel sprake zijn geweest, dan zou de aanvraag gegrond zijn geweest. Nu ligt dat anders. Weliswaar heeft de aanvraagster bij de aanvraag een verklaring gevoegd als bedoeld in art. 34, tweede lid, WAM, waaruit kan worden afgeleid dat het motorrijtuig destijds wel was verzekerd, maar daarmee is niet ongedaan gemaakt dat zij vorenbedoelde termijn ruim heeft overschreden.
4.4. De overgelegde WAM-verklaring kan de aanvraagster dus niet baten en levert dan ook niet een gegeven op als hiervoor onder 4.1 bedoeld.
4.5. Voor zover de aanvraagster heeft willen aanvoeren dat zij niet binnen de gestelde termijn aan de in art. 34, eerste lid, WAM bedoelde vordering heeft kunnen voldoen wegens de weigering van de verzekeringsmaatschappij binnen die termijn de in art. 34, tweede lid, WAM bedoelde verklaring af te geven, is die stelling onvoldoende onderbouwd.
4.6. De aanvraag is dus ongegrond en moet ingevolge art. 470 Sv worden afgewezen.
5. Beslissing
De Hoge Raad wijst de aanvraag tot herziening af.
Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren J.P. Balkema en J.W. Ilsink, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken op 12 februari 2013.