2.3. Het Hof heeft het in het middel bedoelde verweer als volgt samengevat en verworpen:
"Ter terechtzitting in hoger beroep heeft de raadsman betoogd dat in het opsporingsonderzoek sprake is van onherstelbare vormverzuimen in de zin van artikel 359a, lid 2, van het Wetboek van Strafvordering, hetgeen dient te leiden tot bewijsuitsluiting en vervolgens tot algehele vrijspraak, zoals in eerste aanleg is uitgesproken. Om redenen als vermeld zou bij de politie binnengekomen CIE-informatie onvoldoende zijn geweest voor het ontstaan van "een redelijk vermoeden" als bedoeld in artikel 49 van de Wet wapens en munitie.
(...)
Het hof overweegt hieromtrent dat op grond van het bepaalde in artikel 49 van de Wet wapens en munitie de bij of krachtens artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering aangewezen ambtenaren te allen tijde op plaatsen waar zij redelijkerwijs kunnen vermoeden dat wapens of munitie aanwezig zijn, ter inbeslagneming doorzoeking mogen doen.
Volgens het proces-verbaal was er in de maand mei 2009 bij de politie CIE-informatie binnengekomen dat [verdachte] (verdachte), een man van tussen de 20 en 25 jaar oud, in het bezit is van een vuurwapen dat hij thuis bij zijn moeder in Bilthoven zou bewaren. Hij zou van plan zijn om binnenkort "iets" met dit wapen te gaan doen.
Vervolgens is door de politie naar aanleiding van die informatie een nader onderzoek in de politiesystemen ingesteld. Daarin stond geregistreerd:
[Verdachte], geboren op [geboortedatum] 1985 te [geboorteplaats], geëmigreerd sinds 31 oktober 2008.
Door de hulpofficier van justitie werd vervolgens een machtiging tot binnentreden voor de woning [a-straat 1] te [plaats] afgegeven ter inbeslagneming van alle goederen die vallen onder de Wet wapens en munitie. Na langdurig en luid kloppen op de deur en ramen van de woning werd niet gereageerd. Toen de onderruit van de toegangsdeur was geforceerd, verscheen verdachte uit de slaapkamer.
Hoewel naar het oordeel van het hof geldt dat CIE-informatie - indien dit aan de basis ligt van ingrijpende opsporingsbevoegdheden, zoals een doorzoeking - geverifieerd dient te worden, kan CIE-informatie in bijzondere gevallen - als verificatie (bij het ontbreken van verificatiemogelijkheden) niet mogelijk is of (gelet op de inhoud van de CIE-informatie) te tijdrovend is - voldoende zijn om (bijvoorbeeld) gebruik te maken van de in artikel 49 WWM genoemde bevoegdheid. Het hof is van oordeel dat gelet op de inhoud van de CIE-informatie, met name de mededeling dat verdachte in het bezit is van een vuurwapen en van plan zou zijn om binnenkort "iets" met dit wapen te gaan doen voortvarend handelen door de politie geboden was en van verdere verificatiepogingen afgezien kon worden.
Het hof is derhalve van oordeel dat op basis van de CIE-informatie een machtiging tot binnentreden kon worden afgegeven.
(...)
De raadsman heeft voorts betoogd dat de auto van de moeder van verdachte zonder uitdrukkelijke toestemming daartoe niet door de politie had mogen worden doorzocht, nu de machtiging slechts zag op de doorzoeking van de woning en dat op grond hiervan de doorzoeking van de auto onrechtmatig is geweest.
Het hof volgt de raadsman niet in zijn betoog. De CIE-informatie was ook voldoende voor een onderzoek in de auto die zich kennelijk bij de woning bevond waar de verdachte verbleef en in welke woning op het moment van de doorzoeking alleen de verdachte aanwezig was. Op grond van het bepaalde in artikel 51 van de Wet wapens en munitie was voor een doorzoeking van de auto geen expliciete machtiging nodig.
Het doorzoeken van de woning en de auto is mede gelet op de urgentie die met het onderzoek was gemoeid niet onrechtmatig geweest en de door de onderzoekshandelingen verkregen resultaten kunnen bijdragen aan het bewijs van de tenlastegelegde feiten en anders dan de politierechter in eerste aanleg ziet het hof geen reden deze ter zijde te schuiven.
Het hof is op grond van het bovenstaande van oordeel dat wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte op 7 mei 2009 een geluiddemper en een vlindermes, scherpe volmantel pistoolpatronen, kaliber 6,35 mm, en 10,08 gram cocaïne voorhanden heeft gehad."