ECLI:NL:HR:2013:BZ2231

Hoge Raad

Datum uitspraak
5 maart 2013
Publicatiedatum
8 april 2013
Zaaknummer
12/02698 J
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Jeugdzaak met ontoereikende strafmotivering en vernietiging van de uitspraak

In deze zaak, die op 5 maart 2013 door de Hoge Raad is behandeld, gaat het om een beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam. De verdachte, geboren in 1992, was eerder veroordeeld voor soortgelijke feiten en had op 17 september 2010 samen met een ander drie rokjes, twee broeken en drie shirts gestolen uit een H&M-winkel in Amsterdam, met een totale waarde van 164,60 euro. Het Gerechtshof had de verdachte veroordeeld tot veertien dagen jeugddetentie voorwaardelijk. De Hoge Raad oordeelt dat de strafmotivering van het Hof ontoereikend is. De vaststelling van het Hof dat de verdachte eerder onherroepelijk was veroordeeld voor soortgelijke feiten, is niet begrijpelijk, aangezien het Uittreksel Justitiële Documentatie slechts drie niet onherroepelijke veroordelingen vermeldt, naast een transactie voor verkeersdelicten. De Hoge Raad vernietigt de bestreden uitspraak, maar uitsluitend wat betreft de strafoplegging, en wijst de zaak terug naar het Gerechtshof Amsterdam voor herbehandeling. Het beroep wordt voor het overige verworpen. De Advocaat-Generaal had geconcludeerd tot vernietiging van de uitspraak ten aanzien van de strafoplegging en tot verwerping van het beroep voor het overige. De Hoge Raad oordeelt dat het middel terecht is voorgesteld en dat de strafoplegging onvoldoende gemotiveerd is. De uitspraak is gedaan door de vice-president en twee raadsheren, in aanwezigheid van de waarnemend griffier.

Uitspraak

5 maart 2013
Strafkamer
nr. S 12/02698 J
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 15 maart 2012, nummer 23/005260-11, in de strafzaak tegen:
[Verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1992.
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. R.P. Snorn, advocaat te Heerenveen, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal Knigge heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak ten aanzien van de strafoplegging en in zoverre tot zodanige op art. 440 Sv gebaseerde beslissing als de Hoge Raad gepast zal voorkomen en tot verwerping van het beroep voor het overige.
2. Beoordeling van het eerste middel
Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3. Beoordeling van het tweede middel
3.1. Het middel klaagt over de strafmotivering.
3.2.1. Ten laste van de verdachte is bewezenverklaard dat:
"zij op 17 september 2010 te Amsterdam, tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen 3 rokjes en 2 broeken en 3 shirts met een totale waarde van 164,60 euro, toebehorende aan H&M, perceel Kalvertoren."
3.2.2. Het Hof heeft de verdachte veroordeeld tot een jeugddetentie voor de duur van veertien dagen voorwaardelijk. Het heeft ten aanzien van de oplegging van de straf onder meer het volgende overwogen:
"(...) De verdachte heeft zich samen met een ander schuldig gemaakt aan winkeldiefstal. Winkeldiefstallen veroorzaken veel schade en overlast aan winkelbedrijven.
Blijkens een de verdachte betreffend Uittreksel Justitiële Documentatie van 16 februari 2012 is de verdachte eerder ter zake van soortgelijke strafbare feiten veroordeeld. (...)"
3.3. De vaststelling van het Hof dat "de verdachte eerder ter zake van soortgelijke strafbare feiten (is) veroordeeld" waarmee het Hof kennelijk tot uitdrukking heeft gebracht dat de verdachte eerder voor soortgelijke feiten onherroepelijk is veroordeeld, is niet begrijpelijk. Het door het Hof genoemde Uittreksel Justitiële Documentatie vermeldt onder "niet onherroepelijke zaken betreffende misdrijven", naast de onderhavige zaak, drie niet onherroepelijk geworden veroordelingen ter zake van soortgelijke feiten, alsmede een transactie wegens verkeersdelicten. De strafoplegging is daarom ontoereikend gemotiveerd.
3.4. Het middel is terecht voorgesteld.
4. Slotsom
Nu de Hoge Raad geen grond aanwezig oordeelt waarop de bestreden uitspraak ambtshalve zou behoren te worden vernietigd, brengt hetgeen hiervoor is overwogen mee dat als volgt moet worden beslist.
5. Beslissing
De Hoge Raad:
vernietigt de bestreden uitspraak maar uitsluitend wat betreft de strafoplegging;
wijst de zaak terug naar het Gerechtshof Amsterdam, opdat de zaak in zoverre op het bestaande hoger beroep opnieuw wordt berecht en afgedaan;
verwerpt het beroep voor het overige.
Dit arrest is gewezen door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, en de raadsheren H.A.G. Splinter-van Kan en Y. Buruma, in bijzijn van de waarnemend griffier J.D.M. Hart, en uitgesproken op 5 maart 2013.