ECLI:NL:HR:2013:BZ2934
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- B.C. de Savornin Lohman
- N. Jörg
- Rechtspraak.nl
Vernietiging en vermindering van gevangenisstraf wegens overschrijding van de redelijke termijn in cassatie
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 5 maart 2013 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam. De zaak betreft een verdachte die in 1985 is geboren en tegen wie een gevangenisstraf van negen jaren was opgelegd. De verdachte heeft beroep in cassatie ingesteld, vertegenwoordigd door mr. P.M. Rombouts, advocaat te Amsterdam. De Advocaat-Generaal Machielse heeft geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest voor zover het de opgelegde straf betreft, en tot verlaging daarvan, met verwerping van het beroep voor het overige. De Hoge Raad heeft de bestreden uitspraak vernietigd, maar uitsluitend wat betreft de duur van de opgelegde gevangenisstraf. De straf is verminderd tot acht jaren en vijf maanden.
De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat het eerste middel niet tot cassatie kan leiden, omdat het geen rechtsvragen oproept die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Het tweede middel, dat betrekking heeft op de overschrijding van de redelijke termijn in de cassatiefase, is echter gegrond. De Hoge Raad heeft vastgesteld dat de redelijke termijn als bedoeld in artikel 6, eerste lid, van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) is overschreden. Dit heeft geleid tot de beslissing om de opgelegde gevangenisstraf te verminderen met zeven maanden, als gevolg van de vertraging die meer dan twaalf maanden heeft geduurd.
De Hoge Raad heeft geconcludeerd dat er geen andere gronden zijn voor ambtshalve vernietiging van de bestreden uitspraak. De beslissing van de Hoge Raad is als volgt: de opgelegde gevangenisstraf wordt verminderd, en het beroep wordt voor het overige verworpen. Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren B.C. de Savornin Lohman en N. Jörg, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz.