ECLI:NL:HR:2013:BZ2951
Hoge Raad
- Cassatie
- W.A.M. van Schendel
- H.A.G. Splinter-van Kan
- W.F. Groos
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkverklaring van verdachte in hoger beroep wegens gebrekkige volmacht
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 5 maart 2013 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te Arnhem. De verdachte was eerder door de Rechtbank Zutphen veroordeeld tot een geldboete van € 600,- of 12 dagen hechtenis voor eenvoudige belediging en wederspannigheid. Het hoger beroep was ingesteld door de verdachte via een griffiemedewerker, die daartoe was gemachtigd door de advocaat mr. P.J. Stronks. De Hoge Raad herhaalt de eisen die gesteld worden aan een schriftelijke volmacht voor het instellen van hoger beroep, zoals geformuleerd in eerdere arresten. De volmacht die door de advocaat was verstrekt voldeed niet aan de vereisten van artikel 450 van het Wetboek van Strafvordering, waardoor het Hof de verdachte niet-ontvankelijk verklaarde in het hoger beroep. De Hoge Raad oordeelt echter dat, gezien het feit dat de verdachte ter terechtzitting aanwezig was, het belang van de volmacht niet geschaad is. De niet-ontvankelijkverklaring van het Hof wordt als onterecht beschouwd, en de Hoge Raad vernietigt de bestreden uitspraak en verwijst de zaak terug naar het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden voor herbehandeling.