Uitspraak
gewezen op het beroep in cassatie van X B.V. te Z tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 19 juni 2012, nr. BK-11/00395, betreffende een aanslag in de vennootschapsbelasting.
ECLI:NL:HR:2013:BZ3606
Hoge Raad
- Cassatie
- Hoge Raad
- Rechtspraak.nl
AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd
Cassatie van X B.V. tegen uitspraak Gerechtshof inzake vennootschapsbelasting
Op 8 maart 2013 heeft de Hoge Raad het beroep in cassatie van X B.V. te Z behandeld. Dit beroep was gericht tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-Gravenhage, gedateerd 19 juni 2012, met nummer BK-11/00395. De zaak betreft een aanslag in de vennootschapsbelasting die door het Gerechtshof is beoordeeld. De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie afgedaan met toepassing van artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie (RO). Dit artikel biedt de Hoge Raad de mogelijkheid om een cassatieberoep af te doen zonder een inhoudelijke behandeling van de zaak, indien de zaak zich daar niet voor leent. De uitspraak van het Gerechtshof werd in deze context beoordeeld, waarbij de Hoge Raad zich beperkte tot de juridische aspecten van de zaak en de vraag of er sprake was van een schending van het recht door het Gerechtshof. De Hoge Raad heeft uiteindelijk geoordeeld dat het Gerechtshof op juiste wijze heeft gehandeld en dat de aanslag in de vennootschapsbelasting terecht is opgelegd aan X B.V. te Z. De uitspraak van de Hoge Raad heeft belangrijke implicaties voor de rechtspraktijk, vooral met betrekking tot de beoordeling van vennootschapsbelastingzaken en de mogelijkheden voor cassatie in dergelijke gevallen.