2.2.2. Het proces-verbaal van de terechtzitting in hoger beroep van 7 januari 2011 houdt, voor zover voor de beoordeling van het middel van belang, in:
"De voorzitter doet de zaak tegen de na te noemen verdachte uitroepen.
De verdachte genaamd:
[Verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1974,
wonende te [woonplaats], [a-straat 1].
is niet ter terechtzitting aanwezig.
De voorzitter deelt mede dat de oproeping van de verdachte in hoger beroep om vandaag ter terechtzitting te verschijnen tevergeefs op het adres aan de [a-straat 1] te Maastricht getracht is uit te reiken en uiteindelijk op 14 december 2010 aan de griffier van de rechtbank 's-Hertogenbosch is betekend. Per post is vervolgens een afschrift verzonden naar het GBA-adres. Bij de verklaring als bedoeld in artikel 451a, eerste lid van het Wetboek van Strafvordering d.d. 28 juli 2009 heeft de verdachte het adres "[b-straat 1]" opgegeven. Er is niet getracht de oproeping uit te reiken op dit adres.
De advocaat-generaal deelt desgevraagd als volgt mede.
Nu verdachte op de verklaring als bedoeld in artikel 451a, eerste lid van het Wetboek van Strafvordering een ander adres heeft opgegeven, had moeten worden getracht uit te reiken op dit adres. Naar mijn mening is er dan ook geen sprake van een geldige betekening en moet de oproeping in hoger beroep nietig worden verklaard.
De voorzitter onderbreekt het onderzoek voor beraad.
Na hervatting deelt de voorzitter als beslissing van het hof mede dat de oproeping in hoger beroep rechtsgeldig is betekend, aangezien verdachte d.d. 21 oktober 2009 - na het invullen van de verklaring als bedoeld in artikel 451a, eerste lid van het Wetboek van Strafvordering - zijn GBA-adres heeft gewijzigd naar de [a-straat 1] te Maastricht. Voorts vraagt de voorzitter aan de advocaat-generaal of verdachte gedetineerd is.
De advocaat-generaal deelt desgevraagd mede hiervan niet op de hoogte te zijn.
De voorzitter onderbreekt het onderzoek ter terechtzitting teneinde de advocaat-generaal in de gelegenheid te stellen te achterhalen of verdachte gedetineerd is.
Na hervatting van het onderzoek deelt de advocaat generaal als volgt mede.
Verdachte blijkt na onderzoek mijnerzijds heden niet gedetineerd te zijn en ik heb geen signalen ontvangen dat hij recent gedetineerd is geweest. Naar mijn mening is de oproeping derhalve op rechtsgeldige wijze geschied en kan er met de inhoudelijke behandeling worden voortgegaan. Ik vorder dat het hof verstek verleent tegen verdachte.
Op vordering van de advocaat-generaal verleent het hof verstek tegen de niet verschenen verdachte en beveelt, dat met de behandeling van de zaak zal worden voortgegaan."