ECLI:NL:HR:2013:BZ3626
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- J. de Hullu
- J. Wortel
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van de bewezenverklaring van belaging en terugwijzing naar het Gerechtshof Den Haag
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 12 maart 2013 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage. De verdachte was beschuldigd van belaging, zoals vastgelegd in artikel 285b van het Wetboek van Strafrecht. De bewezenverklaring was gebaseerd op sms-berichten die de verdachte had gestuurd naar het slachtoffer, [betrokkene 1], in de periode van 1 oktober 2008 tot en met 15 januari 2009. De Hoge Raad oordeelde dat de motivering van de bewezenverklaring ontoereikend was. De rechtbank had niet voldoende rekening gehouden met de aard, duur, frequentie en intensiteit van de gedragingen van de verdachte, noch met de impact daarvan op het leven van het slachtoffer. De Hoge Raad vernietigde de bestreden uitspraak en wees de zaak terug naar het Gerechtshof Den Haag voor een nieuwe behandeling van het hoger beroep. De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige motivering bij de beoordeling van belaging en de noodzaak om alle relevante omstandigheden in acht te nemen. De zaak is van belang voor de rechtspraktijk, omdat het de eisen aan de motivering van bewezenverklaringen in strafzaken onderstreept.