ECLI:NL:HR:2013:BZ3631

Hoge Raad

Datum uitspraak
12 maart 2013
Publicatiedatum
8 april 2013
Zaaknummer
12/02587 H
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Herziening
Rechters
  • A.J.A. van Dorst
  • J.P. Balkema
  • J.W. Ilsink
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herziening van een vonnis wegens persoonsverwisseling

Op 12 maart 2013 heeft de Hoge Raad der Nederlanden uitspraak gedaan in een herzieningszaak met nummer 12/02587 H. De zaak betreft een aanvraag tot herziening van een vonnis van de Politierechter in de Rechtbank Amsterdam, dat op 30 oktober 2009 was uitgesproken. De aanvrager, geboren in 1968, was eerder veroordeeld voor diefstal met geweld en kreeg een gevangenisstraf van vier maanden, waarvan één maand voorwaardelijk. De aanvraag tot herziening is ingediend door mr. J. Nijssen, advocaat te Amsterdam, en berust op de stelling dat er sprake is van een persoonsverwisseling, zoals bedoeld in artikel 457, eerste lid aanhef en onder c van het Wetboek van Strafvordering.

De Hoge Raad heeft de aanvraag tot herziening gegrond verklaard en bevolen dat, voor zover nodig, de tenuitvoerlegging van het vonnis van de Politierechter wordt opgeschort of geschorst. Tevens is de zaak verwezen naar het Gerechtshof Amsterdam, zodat deze opnieuw kan worden berecht en afgedaan. De Advocaat-Generaal, mr. Hofstee, heeft in zijn conclusie aangegeven dat de aanvraag gegrond verklaard moet worden, en dat de zaak opnieuw moet worden beoordeeld in het licht van de nieuwe informatie over de persoonsverwisseling.

De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat er inderdaad sprake is van een gegeven dat bij het eerdere onderzoek niet bekend was, en dat dit gegeven het ernstige vermoeden wekt dat, indien het bekend was geweest, het onderzoek tot een andere uitkomst had kunnen leiden. De beslissing van de Hoge Raad is daarmee een belangrijke stap in het waarborgen van een eerlijke rechtsgang, waarbij de mogelijkheid van een persoonsverwisseling serieus wordt genomen en de aanvrager de kans krijgt om zijn zaak opnieuw te laten beoordelen.

Uitspraak

12 maart 2013
Strafkamer
nr. S 12/02587 H
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op een aanvraag tot herziening van een in kracht van gewijsde gegaan vonnis van de Politierechter in de Rechtbank Amsterdam van 30 oktober 2009, nummer 13/855215-09, ingediend door mr. J. Nijssen, advocaat te Amsterdam, namens:
[Aanvrager], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1968.
1. De uitspraak waarvan herziening is gevraagd
De Politierechter heeft de aanvrager ter zake van "diefstal, gevolgd van geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren" veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier maanden, waarvan een maand voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren.
2. De aanvraag tot herziening
2.1. De aanvraag tot herziening is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
2.2. De aanvraag berust op de stelling dat sprake is van een gegeven als bedoeld in art. 457, eerste lid aanhef en onder c, Sv. In de aanvraag wordt daartoe aangevoerd dat sprake is van een persoonsverwisseling.
3. De conclusie van de Advocaat-Generaal
De Advocaat-Generaal Hofstee heeft geconcludeerd dat de Hoge Raad de aanvraag gegrond zal verklaren, voor zover nodig de opschorting of schorsing van de tenuitvoerlegging van de in de aanvraag vermelde uitspraak zal bevelen en de zaak zal verwijzen naar het Gerechtshof Amsterdam, opdat de zaak zal worden berecht en afgedaan op de wijze als in art. 472, tweede lid, Sv is voorzien.
4. Beoordeling van de aanvraag
4.1. Als grondslag voor een herziening kan, voor zover hier van belang, krachtens het eerste lid aanhef en onder c van art. 457 Sv slechts dienen een door bescheiden gestaafd gegeven dat bij het onderzoek op de terechtzitting aan de rechter niet bekend was en dat het ernstige vermoeden wekt dat indien dit gegeven bekend zou zijn geweest, het onderzoek van de zaak zou hebben geleid hetzij tot een vrijspraak van de gewezen verdachte, hetzij tot een ontslag van alle rechtsvervolging, hetzij tot de niet-ontvankelijkverklaring van het openbaar ministerie, hetzij tot de toepassing van een minder zware strafbepaling.
4.2. Hetgeen door de Advocaat-Generaal in zijn conclusie is vermeld, geeft steun aan de stelling waarop de aanvraag berust, te weten dat in de zaak die heeft geleid tot de uitspraak waarvan herziening is gevraagd sprake is geweest van een persoonsverwisseling.
5. Slotsom
Uit hetgeen hiervoor is overwogen volgt dat hier sprake is van een gegeven als bedoeld in art. 457, eerste lid aanhef en onder c, Sv, zodat de aanvraag gegrond is en als volgt moet worden beslist.
6. Beslissing
De Hoge Raad:
verklaart de aanvraag tot herziening gegrond;
beveelt voor zover nodig de opschorting of schorsing van de tenuitvoerlegging van voormeld vonnis van de Politierechter in de Rechtbank Amsterdam van 30 oktober 2009;
verwijst de zaak naar het Gerechtshof Amsterdam, opdat de zaak op de voet van art. 472, tweede lid, Sv opnieuw zal worden berecht en afgedaan.
Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren J.P. Balkema en J.W. Ilsink, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken op 12 maart 2013.
Mr. Balkema en mr. Ilsink zijn buiten staat dit arrest te ondertekenen.