ECLI:NL:HR:2013:BZ4100
Hoge Raad
- Cassatie
- J.W. van den Berge
- C. Schaap
- M.W.C. Feteris
- R.J. Koopman
- G. de Groot
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatige heffing van precariobelasting door gemeente Rijswijk met betrekking tot lege mantelbuizen
In deze zaak gaat het om de heffing van precariobelasting door de gemeente Rijswijk voor het jaar 2004, specifiek met betrekking tot lege mantelbuizen van een telecomaanbieder. De belanghebbende, X B.V., heeft tegen de opgelegde aanslag beroep ingesteld bij de Rechtbank te 's-Gravenhage, die het beroep gegrond verklaarde en de aanslag verminderde. De gemeente Rijswijk, vertegenwoordigd door het College, ging in hoger beroep bij het Gerechtshof, dat de uitspraak van de Rechtbank bevestigde. Hierna heeft het College cassatie ingesteld bij de Hoge Raad.
De Hoge Raad heeft op 15 maart 2013 uitspraak gedaan. De kern van de zaak betreft de vraag of de gemeente Rijswijk recht had om precariobelasting te heffen voor de lege mantelbuizen, gezien het feit dat er een instemmingsbesluit was verleend aan de telecomaanbieder. De Hoge Raad oordeelde dat de gemeente geen precariobelasting kon heffen in deze situatie, en verklaarde het beroep in cassatie ongegrond. Tevens werd de gemeente veroordeeld in de proceskosten van de belanghebbende, vastgesteld op € 708 voor beroepsmatig verleende rechtsbijstand.
De uitspraak van de Hoge Raad is van belang voor de interpretatie van artikel 228 van de Gemeentewet en artikel 5.1 van de Telecommunicatiewet, en verduidelijkt de voorwaarden waaronder gemeenten precariobelasting kunnen heffen. Dit arrest is een belangrijke uitspraak voor gemeenten en telecomaanbieders, omdat het de grenzen van de heffingsbevoegdheid van gemeenten in het kader van telecommunicatie-infrastructuur aanstipt.