ECLI:NL:HR:2013:BZ4454
Hoge Raad
- Cassatie
- Hoge Raad
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep in cassatie betreffende de Wet werk en bijstand
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 15 maart 2013 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van X, woonachtig te Z, tegen een eerdere uitspraak van de Centrale Raad van Beroep. De Centrale Raad van Beroep had op 24 juli 2012 uitspraak gedaan in de zaak met nummer 11/1804 WWB, die betrekking had op een besluit genomen op grond van de Wet werk en bijstand. De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie niet-ontvankelijk verklaard, wat betekent dat de Hoge Raad niet ingaat op de inhoudelijke bezwaren van X tegen de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep. De beslissing van de Hoge Raad is van belang voor de rechtspraktijk, omdat het de grenzen van de cassatieprocedure en de ontvankelijkheid van cassatieberoepen verduidelijkt. De uitspraak benadrukt dat niet elk beroep in cassatie automatisch leidt tot een inhoudelijke beoordeling door de Hoge Raad, en dat er strikte eisen zijn waaraan voldaan moet worden om ontvankelijk te zijn in cassatie. Deze uitspraak heeft implicaties voor toekomstige zaken waarin partijen in cassatie willen gaan tegen uitspraken van lagere rechters.