ECLI:NL:HR:2013:BZ4669
Hoge Raad
- Herziening
- A.J.A. van Dorst
- J.P. Balkema
- J.W. Ilsink
- Rechtspraak.nl
Herziening van een beschikking van de Voorzitter van het Hof inzake hoger beroep en vonnis van de Politierechter
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 19 maart 2013 uitspraak gedaan over een aanvraag tot herziening van een beschikking van de Voorzitter van het Gerechtshof te Arnhem. De beschikking, gedateerd 8 januari 2008, liet het hoger beroep van de aanvrager tegen een vonnis van de Politierechter in de Rechtbank Arnhem buiten behandeling. Dit vonnis, uitgesproken op 10 oktober 2007, betrof een veroordeling van de aanvrager voor wederspannigheid en het niet voldoen aan de identificatieplicht, met bijbehorende geldboetes en hechtenis. De aanvrager, geboren in 1966, heeft de aanvraag tot herziening ingediend, maar de Hoge Raad oordeelde dat de beschikking van de Voorzitter van het Hof niet kan worden herzien, omdat deze niet valt onder de definitie van een veroordeling zoals bedoeld in artikel 457, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering (Sv).
De Hoge Raad heeft verder beoordeeld of de aanvraag tot herziening van het vonnis van de Politierechter ontvankelijk was. De Hoge Raad stelde vast dat de gronden voor herziening, zoals aangevoerd door de aanvrager, niet voldeden aan de vereisten van artikel 457 Sv. De Hoge Raad concludeerde dat de feiten die in de aanvraag zijn aangeduid, niet nieuw waren voor de rechter die de veroordeling heeft uitgesproken. Bovendien wekten de overige aangevoerde feiten geen ernstig vermoeden dat het onderzoek tot een andere uitkomst zou hebben geleid.
Daarom verklaarde de Hoge Raad de aanvraag tot herziening niet-ontvankelijk voor zover deze gericht was tegen de beschikking van de Voorzitter van het Hof en wees de aanvraag af voor zover deze gericht was tegen het vonnis van de Politierechter. De uitspraak benadrukt de strikte voorwaarden waaronder herziening van eerdere uitspraken mogelijk is en bevestigt de rechtskracht van de eerdere beslissingen.