ECLI:NL:HR:2013:BZ5660
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van cassatieberoep inzake koopovereenkomst onroerend goed
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 3 mei 2013 uitspraak gedaan over de ontvankelijkheid van een cassatieberoep dat was ingesteld door [eiseres] tegen [verweerster]. De zaak betreft de totstandkoming en nakoming van een koopovereenkomst met betrekking tot onroerend goed. De Hoge Raad verwijst naar eerdere vonnissen en arresten die in de feitelijke instanties zijn gewezen, waaronder vonnissen van de rechtbank Breda en arresten van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch. De Procureur-Generaal heeft in zijn standpunt aangegeven dat de eiseres niet-ontvankelijk verklaard dient te worden op basis van artikel 80a lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie (RO). De advocaat van eiseres heeft hierop gereageerd, maar de Hoge Raad oordeelt dat de klachten van eiseres geen behandeling in cassatie rechtvaardigen. Dit kan zijn omdat eiseres onvoldoende belang heeft bij het cassatieberoep of omdat de klachten niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad heeft daarom besloten het beroep in cassatie niet-ontvankelijk te verklaren, wat betekent dat de eerdere uitspraken van de lagere rechters in stand blijven. Dit arrest is openbaar uitgesproken door de vice-president en de raadsheren van de Hoge Raad.